De surveillancesoftware die onderwijsinstellingen voor online tentamens gebruiken blijft de Tweede Kamer bezighouden. GroenLinks stelde opnieuw vragen aan demissionair minister Van Engelshoven van Onderwijs over de inzet van de zogeheten procotoringsoftware. Sinds april vorig jaar zijn er herhaaldelijk in de Tweede Kamer vragen over het onderwerp gesteld.

Onlangs vroeg GroenLinks-Kamerlid Westerveld onder andere naar de impact van surveillancesoftware op het stressniveau van studenten en het gebruik van een tweede camera bij online tentamens. Van Engelshoven wees in haar antwoord op onderzoek van hogescholen dat studenten positief zijn over de inzet van een tweede camera.

"Hoe rijmt u dit met de onderzoeksresultaten van ISO naar online onderwijs waarbij het gebruik van proctoringsoftware tijdens tentamens door bijna 60 procent van de studenten als onprettig en onveilig wordt ervaren?", vraagt Westerveld, die de minister verzoekt om de resultaten van de pilots met een tweede camera met de Tweede Kamer te delen.

Onlangs berichtte NRC over surveillancesoftware dat studenten aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en de Wageningen University ten onrechte werden verdacht van fraude en aan de Erasmus Universiteit Rotterdam diploma’s onterecht werden ingetrokken. "Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat studenten geen inzicht hebben op de onderliggende logica als zij als fraudeer worden bestempeld en hierdoor zichzelf niet kunnen verdedigen?", vraagt het Kamerlid verder aan Van Engelshoven.

Eerder liet de minister weten dat onderwijsinstellingen zich bij het gebruik van procotoringsoftware aan de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) moeten houden. "Hoe rijmt u dat met de conclusie van de Autoriteit Persoonsgegevens dat niet alle onderwijsinstellingen de AVG naleven bij het inzetten van proctoringsoftware?", luidt de laatste vraag van Westerveld. De minister heeft drie weken de tijd om de vragen te beantwoorden.