Heb jij een interessante vraag op het snijvlak van privacy, cybersecurity en recht? Stuur je vraag naar juridischevraag@security.nl. Elke week geeft ict-jurist Arnoud Engelfriet in deze rubriek antwoord.
Juridische vraag: Agenten van het politiekorps van de Amerikaanse stad Los Angeles hebben instructies gekregen om van elke burger die ze spreken de socialmedia-accounts en e-mailadressen te noteren, ook als er geen verdenking van een misdrijf is. Mag dat in Nederland ook?
Antwoord: Wanneer agenten uit LA een burger spreken en de gegevens op een “field interview” kaarten noteren zouden ze ook om socialmedia-accounts en e-mailadres moeten vragen, zo blijkt uit instructies van het politiekorps. De via de kaarten verkregen informatie gaat in een systeem van het bedrijf Palantir, dat informatie uit allerlei bronnen samenvoegt voor analyses. Dat is natuurlijk saillant, Palantir is een dubieus bedrijf en ligt ook in Nederland onder vuur.
Maar laten we even een stapje terug doen. Stel de data gaat alleen politiesystemen in, en wordt niet gedeeld met vage particuliere clubs van derden. Zou het dan wel mogen? Het doel van field interviews in LA is gestructureerd noteren wat een getuige verklaarde, inclusief data zodat je die getuige kunt terugvinden voor bijvoorbeeld vervolgvragen. De social media gegevens kun je gebruiken voor dergelijk contact, en je kunt ook dingen correleren: tegen mij zegt hij A, op Twitter roept hij net B, dat is raar. Of: hij zegt de verdachte niet te kennen maar is op Instagram vriendjes met haar, daar ga ik eens nader achteraan.
In Nederland ken ik zulke formulieren niet. In de meeste gevallen is het ook niet relevant wat je op social media doet, tenzij hetgeen waar je over getuigt natuurlijk direct daarmee te maken heeft. En dan is het weer niet gek dat de agent vraagt onder welk account je online bent, zodat men zelf kan zien wat er gezegd of gedaan is of verder kan rechercheren.
Een stap verder gaat het inzien van een account. Dat kun je in Nederland niet eisen van een getuige, dat deze privéberichten of toegang tot het account verschaft. Daarvoor zal een bevel van de rechter-commissaris nodig zijn. Maar ik kan me dan ook weer niet veel situaties voorstellen waarin je die informatie vraagt bij een getuige, in plaats van vordert bij de informatiedienstverlener als deel van een lopend onderzoek.
Arnoud Engelfriet is Ict-jurist, gespecialiseerd in internetrecht waar hij zich al sinds 1993 mee bezighoudt. Hij werkt als partner bij juridisch adviesbureau ICTRecht. Zijn site Ius mentis is één van de meest uitgebreide sites van Nederland over internetrecht, techniek en intellectueel eigendom. Hij schreef twee boeken, De wet op internet en Security: Deskundig en praktisch juridisch advies.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.