De Autoriteit Persoonsgegevens hoeft niet op te treden tegen de Vereniging van eigenaren (VvE) van een Amsterdamse flat die nieuwe beveiligingscamera's plaatste, zo heeft de rechtbank Amsterdam geoordeeld. Een bewoonster van het flatgebouw vroeg de privacytoezichthouder eind 2018 om tegen de nieuwe camera's op te treden, omdat die in strijd met de AVG zouden zijn.
Een jaar later werd het verzoek door de Autoriteit Persoonsgegevens afgewezen, waar de vrouw bezwaar tegen maakte. Vorig jaar besloot de toezichthouder het bezwaar ongegrond te verklaren. Volgens de AP wordt de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) niet overtreden. Het cameratoezicht is namelijk niet disproportioneel. Zo zijn de beveiligingscamera’s gericht op de tochtdeuren in de toegangshal en brengen de openbare weg niet in beeld.
Ook brengen de camera’s niet meer in beeld dan noodzakelijk is om het beoogde doel te realiseren. Volgens de AP is verder niet gebleken dat het beoogde doel op een voor de bewoonster minder nadelige wijze kan worden bereikt. Het beschermen van de eigendommen van de VvE en haar bewoners is bovendien niet op een andere manier te realiseren.
Verder stelt dat de Autoriteit Persoonsgegevens dat het recht op privacy van de bewoonster niet zwaarder weegt dan het belang van de VvE, nu de inbreuk op de privacy van de vrouw bij het passeren van beveiligingscamera’s beperkt is tot de momenten waarin zij zich in de gemeenschappelijke ruimten bevindt.
Daarnaast is de AP van mening dat de VvE voldoende waarborgen heeft ingebouwd om het recht op privacy van de bewoners en bezoekers van het flatgebouw te beschermen. Zo is er een maximale bewaartermijn van opgeslagen beelden en worden voorbijgangers door stickers en een bord geïnformeerd over het cameratoezicht.
De vrouw ging tegen het besluit van de Autoriteit Persoonsgegevens in beroep bij de rechtbank. Die oordeelt dat de Autoriteit Persoonsgegevens het belang van de VvE om de gemeenschappelijke eigendommen en die van de bewoners te beveiligen en zo nodig onderbouwd aangifte te kunnen doen, terecht zwaarder heeft laten wegen dan het de privacybescherming van de bewoonster.
Daarnaast heeft de VvE een privacyreglement opgesteld en maatregelen getroffen om de ongewenste gevolgen van cameratoezicht zoveel mogelijk te beperken, zoals het wissen van de beelden na – in elk geval - vier weken, het beveiligen van de videorecorder met een wachtwoord, de plaatsing van die recorder in een afgesloten ruimte, het beperken van de VvE-leden die de beelden mogen controleren tot het bestuur en het bijhouden van logbestanden van verrichte handelingen in een logboek. Ook worden voorbijgangers geïnformeerd over het cameratoezicht.
Volgens de rechtbank heeft de Autoriteit Persoonsgegevens terecht geweigerd om tegen de plaatsing van de nieuwe beveiligingscamera's in de flat van de bewoonster op te treden. "Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Het beroep is ongegrond", concludeert de rechter in het vonnis.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.