De Rijksoverheid laat een privacyonderzoek uitvoeren naar het gebruik van Facebookpagina's, zo heeft staatssecretaris Van Huffelen van Digitalisering bekendgemaakt. Vorig jaar kondigde toenmalig minister Ollongren van Binnenlandse Zaken een onderzoek aan naar het gebruik van Facebook door de Rijksoverheid. Aanleiding was een oproep van de Duitse privacytoezichthouder dat de Duitse regering en andere overheidsinstellingen hun Facebookpagina's voor het einde van 2021 moesten sluiten tenzij Facebook voor betere bescherming van persoonsgegevens zorgde.
De Nederlandse overheid maakt net als de Duitse overheid gebruik van Facebook. "Dat moet vanzelfsprekend gebeuren binnen de regels voor het beschermen van persoonsgegevens, zoals die onder meer zijn vastgelegd in de Algemene verordening gegevensbescherming", stelde Ollongren destijds. Ze merkte op dat als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken Facebook en de overheid beide moeten voldoen aan de regels van de AVG en dit ook moeten kunnen aantonen.
Van Huffelen laat nu weten dat de Rijksoverheid gebruikmaakt van Facebook voor communicatiedoeleinden. Bij de invoering van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) in 2018 zijn Rijksbrede richtlijnen opgesteld voor privacyproof campagne voeren. Volgens deze richtlijnen worden campagnes alleen getarget op basis van context, onderwerp en niet-persoonsgegevens, en niet op basis van surfgedrag of ‘audiences’ vanwege de vragen rondom de verwerking van persoonsgegevens die deze kunnen oproepen.
"Deze richtlijnen gelden nog altijd en vormen de basis voor adviezen over de inzet van Facebook bij campagnes en voor webpagina’s", aldus de staatssecretaris. Ze laat weten dat er voor zover op dit moment bekend er geen specifieke afspraken bestaan met Facebook. Wel heeft Facebook aangegeven dat op de pagina ‘Page controller addendum’ informatie te vinden is over hoe persoonsgegevens gezamenlijk worden verwerkt bij de inzet van pagina’s van het Rijk ‘voor pagina-statistieken’.
"Ik vind het belangrijk dat de Nederlandse overheid op rechtmatige en zorgvuldige wijze omgaat met (de bescherming van) persoonsgegevens", laat Van Huffelen verder weten. Vanwege recente ontwikkelingen, zoals die van de Duitse toezichthouder, en vanwege de hoge technische en juridische complexiteit van deze specifieke gegevensverwerking heeft de Rijksoverheid besloten om een onafhankelijke partij een DPIA te laten uitvoeren.
Met een Data Protection Impact Assessment (DPIA) worden privacyrisico's in kaart gebracht en maatregelen om die te mitigeren. In de nu aangekondigde DPIA wordt gekeken naar de juridische, technische en ook ethische aspecten van het gebruik van Facebook door de Rijksoverheid. Wanneer het privacyonderzoek is afgerond laat Van Huffelen niet weten, maar ze merkt op dat voortgang van de DPIA over het gebruik van Facebook in de loop van dit jaar met de Kamer zal worden gedeeld.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.