Google en Twitter zijn niet aansprakelijk voor nepadvertenties en neptweets waarin de naam en foto van bekende Nederlanders werden gebruikt om particulieren aan te sporen om in cryptovaluta te investeren. De techbedrijven zijn als internetplatform niet automatisch aansprakelijk voor de inhoud van door een adverteerder geplaatste advertenties, zo heeft de rechtbank Amsterdam geoordeeld in twee zaken die door Jort Kelder tegen Google en Twitter waren aangespannen.
Volgens Kelder hebben Google en Twitter te weinig gedaan om de verspreiding van de advertenties en tweets te voorkomen. Ook zouden de tweets en advertenties onrechtmatig zijn omdat ze onvoldoende herkenbaar zijn als advertentie. Hierdoor zouden de berichten misleidend zijn. Kelder wilde dan ook dat de rechter zou oordelen dat de techbedrijven onrechtmatig hebben gehandeld door de advertenties en tweets toe te laten.
In zowel de zaak tegen Google als die tegen Twitter concludeert de rechtbank dat de verantwoordelijkheid voor de inhoud van de nepadvertenties en neptweets in eerste instantie bij de adverteerder ligt. Deze partij maakt namelijk de advertenties en tweets. Als internetplatform zijn Google en Twitter niet automatisch aansprakelijk voor de inhoud van door een adverteerder geplaatste advertenties.
Om Google en Twitter aansprakelijk te stellen zouden de bedrijven zelf verwijtbaar gehandeld moeten hebben. Iets dat volgens de rechtbank niet het geval is. Zowel Google als Twitter nemen volgens de rechter binnen de technische mogelijkheden voldoende voorzorgsmaatregelen om het verschijnen van neptweets en nepadvertenties te voorkomen.
Google moet wel de gegevens van de adverteerders achter de nepadvertenties aan Kelder verstrekken. Twitter hoeft dit van de rechter niet te doen, onder andere omdat de eis onvoldoende is toegelicht om een goede afweging te kunnen maken tussen de verschillende belangen die bij het verstrekken van identificerende gegevens gemoeid zijn.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.