Het kabinet is positief over de plannen van de Europese Commissie voor een Europees digitaal patiëntendossier dat in een gemeenschappelijk Europees formaat is opgesteld en in alle EU-lidstaten is te gebruiken en ervoor zorgt dat gezondheidsgegevens van Europese burgers beschikbaar komen voor onderzoek, innovatie en beleidsvorming, zo blijkt uit een brief van minister Hoekstra van Buitenlandse Zaken aan de Tweede Kamer.
Wel vindt het kabinet dat er tijdens de onderhandelingen een voorbehoud moet worden gemaakt omdat er nog geen helder beeld is van de gevolgen van de voorgestelde verordening voor Nederland op juridisch, financieel, technisch, organisatorisch, maatschappelijk en ethisch vlak. Ook zijn er zorgen over het gebruik en delen van gezondheidsgegevens.
"Ten aanzien van het voorstel om de burger rechten te geven zodat zij meer controle en zeggenschap krijgen over hun gezondheidsgegevens is het kabinet positief", zo staat in de brief van Hoekstra. "Verder is het kabinet positief met aandachtspunt dat voor het beschikbaar maken van gezondheidsgegevens over de grenzen van instellingen en lidstaten heen wordt gewerkt met normatieve standaarden."
Het kabinet zegt overeenkomsten te zien met het huidig ingezette beleid voor elektronische gegevensuitwisseling in de zorg, maar merkt op dat met het voorstel bevoegdheden tot het vaststellen van de agenda voor gegevensuitwisseling deels verplaatst worden naar Europees niveau. Het kabinet wil daarom onderzoeken wat de impact is van de verplaatsing van deze bevoegdheid deels naar de EU op de nationale situatie.
Verder is het kabinet positief dat de gezondheidsgegevens van burgers overal in de Europese Unie via "MyHealth@EU" beschikbaar zijn. Dit is volgens het kabinet handig voor gevallen wanneer Nederlanders in het buitenland zorg nodig hebben. "Daarbij is het essentieel dat de zorggegevens van de burger ook beschikbaar kan worden gesteld in een ander lidstaat. Met dit voorstel kan daarom invulling worden gegeven aan de juiste informatie op de juiste plek op het juiste moment", zo stelt het kabinet.
Het kabinet is ook positief over het secundair gebruik van gezondheidsgegevens, bijvoorbeeld voor onderzoek, innovatie, beleidsvorming, patiëntveiligheid of regelgevende activiteiten. In het voorstel staan een reeks gegevenstypen die zonder voorafgaande toestemming van de burgers voor specifieke doeleinden zijn te gebruiken. Daarbij noemt het kabinet het een aandachtspunt om gegevens alleen gepseudonimiseerd beschikbaar te maken en dat burgers actief en helder worden geïnformeerd.
"Het gebruik van toestemming wordt door het veld ervaren als een moeilijk uitvoerbare grondslag om aan de juiste gegevens te komen voor (internationaal) wetenschappelijk onderzoek, innovatie en beleid. Daarnaast heeft het kabinet zorgen over de hoeveelheid categorieën aan gezondheidsgegevens die ter beschikking moeten worden gesteld. Met name genoom en daaraan gerelateerde data dienen om onder andere (medisch) ethische redenen niet zonder de (geïnformeerde) toestemming van de burger beschikbaar te worden gesteld." Het kabinet wil voor dit soort gegevens een uitzondering in de voorgestelde verordening.
Afsluitend staat in de brief dat het kabinet een onderzoek zal laten uitvoeren naar de impact van het voorstel voor Nederland. Het gaat dan om de uitvoerbaarheid van de voorgestelde verordening in de Nederlandse situatie, met name als het gaat om clausules over het beperken van toegang tot data voor zorgprofessionals.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.