Het kabinet wil dat inlichtingendiensten AIVD en MIVD de bulkdatasets die ze verzamelen langer kunnen bewaren dan nu het geval is, maar de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) is op meerdere punten kritisch en pleit voor aanpassingen aan het plan. Dat blijkt uit een reactie van de toezichthouder op de nota van wijziging bij het wetsvoorstel Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma.
De AIVD en MIVD hebben bulkbevoegdheden waardoor ze grote hoeveelheden gegevens kunnen verzamelen van miljoenen mensen, waarvan het overgrote deel gaat over mensen waar de diensten geen onderzoek naar doen of zullen gaan doen. Dat doen de inlichtingendiensten naar eigen zeggen om een klein deel binnen te kunnen halen dat wél relevant is voor een onderzoek. Vervolgens moeten alle gegevens die niet relevant zijn zo snel mogelijk worden vernietigd. De bulkdatasets mogen op dit moment maximaal anderhalf jaar worden bewaard.
Eerder dit jaar oordeelde de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) na een klacht van burgerrechtenbeweging Bits of Freedom dat de AIVD en MIVD vijf bulkdatasets moesten vernietigen, wat inmiddels ook is gedaan. De diensten bleken de bulkdatasets namelijk langer dan anderhalf jaar te bewaren. Waar Bits of Freedom stelde dat de beslissing van de CTIVD laat zien dat de geheime diensten zich niet laten begrenzen door regelgeving, stelt het kabinet dat de beslissing bevestigt dat de huidige wetgeving tekort schiet voor de omgang met bulkdatasets.
Vorige maand werd een wetsvoorstel dat de AIVD en MIVD meer bevoegdheden geeft voor onderzoek naar landen met een offensief cyberprogramma naar de Tweede Kamer gestuurd. Het kabinet besloot eind december door middel van een nota van wijziging het wetsvoorstel op twee punten te wijzigen. Zo komt er een voorafgaande bindende toets op een toestemming voor de real-time verzameling van verkeers- en locatiegegevens.
Daarnaast mogen de inlichtingendiensten, na toestemming van de CTIVD, bulkdatasets langer bewaren. In de toestemmingsaanvraag om een bulkdataset langer te bewaren moet onderbouwd worden waarom de bulkdataset nog steeds van belang is voor de onderzoeken van de diensten. De TIB, die toeziet op de inzet van speciale bevoegdheden door de inlichtingendiensten, heeft op meerdere punten kritiek.
Het TIB stelt dat bulkdatasets voor het merendeel gegevens bevatten van personen of organisaties die niet in aandacht van de geheime diensten staan en daar ook nooit zullen staan. "Door een voortdurende opslag van gegevens van deze personen of organisaties wordt hun privacy blijvend geschonden", aldus de toezichthouder. Het is dan ook belangrijk om snel te beoordelen of verzamelde bulkdatasets relevant zijn.
De nota van het kabinet laat de eis om bulkdatasets zo snel mogelijk te beoordelen echter vallen. De TIB vreest dat dit in de praktijk zal betekenen dat de beoordeling van de relevantie van bulkdatasets in de praktijk helemaal niet meer zal plaatsvinden. "Gelet op het belang van het zo klein mogelijk houden van de inbreuk die wordt gemaakt op de privacy van personen of organisaties die niet in onderzoek zijn acht de TIB het aangewezen dat het vereiste van een zo spoedig mogelijke relevantiebeoordeling wordt gehandhaafd", aldus de toezichthouder.
Een ander punt dat de TIB graag veranderd ziet is de mogelijkheid om de termijn voor de beoordeling van bulkdatasets op relevantie te verlengen. Er is geen maximum gesteld op deze mogelijkheid. De TIB is bang dat bulkdatasets waarschijnlijk jarenlang zullen worden bewaard door de diensten. "De voortdurende bewaring maakt een inbreuk op de privacy van personen of organisaties die niet in onderzoek zijn", laat de toezichthouder in de reactie weten.
Eerder had de Raad van State opgemerkt dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens een onbegrensde termijn voor bewaring van bulkdata waarschijnlijk niet zal accepteren. De Raad van State heeft hier nadrukkelijk in zijn advies op gewezen en in overweging gegeven hier nader op in te gaan. In de toelichting bij de nota van wijziging is echter geen expliciete aandacht besteed aan de opmerkingen van de Raad van State.
Er wordt slechts verwezen naar de eerder gegeven overwegingen met betrekking tot grondrechtelijke en mensenrechtelijke aspecten en wordt er gesteld dat deze overwegingen “onverkort van toepassing zijn”. Volgens de TIB is gelet op het expliciete advies van de Raad van State daarover dat niet zonder meer begrijpelijk. "Zeker als geconstateerd moet worden dat in deze toelichting geen expliciete aandacht is geschonken aan een langere, niet gemaximeerde bewaartermijn."
Een ander kritiekpunt betreft de overgangsregeling in de nota van het kabinet. Op het moment dat de wet in werking treedt mag de minister ook voor bulkdatasets die eerder zijn verkregen, en eigenlijk op grond van de inlichtingenwet Wiv 2017 nog moeten worden beoordeeld, toestemming geven voor verlenging van de beoordelingstermijn. Dit heeft betrekking op alle bulkdatasets die op het moment van inwerkingtreding van deze wet maximaal anderhalf jaar eerder zijn verkregen.
De TIB vindt dat slechts in bijzondere, zwaarwegende omstandigheden sprake kan zijn van een verlenging voor gegevens die eerder zijn verkregen en waarvoor de diensten anderhalf jaar de tijd hebben gehad deze te beoordelen. "Een andere uitleg van artikel 27 Wiv 2017 – die er op neerkomt dat telkens opnieuw dezelfde gegevens kunnen worden verworven na vernietigen van de eerder verworven gegevens – beschouwt de TIB als omzeiling van een waarborg en daarmee als U-bochtconstructie", aldus de toezichthouder.
Via Internetconsultatie.nl kan er tot en met vandaag 16 januari op de nota worden gereageerd. Daarna worden de reacties verwerkt en de nota van wijziging voor advies aan de Raad van State aangeboden. De AIVD verwacht dat de wijziging op het wetsvoorstel in het tweede kwartaal bij de Tweede Kamer kan worden ingediend.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.