De politie maakt geen gebruik van real-time gezichtsherkenning in de publieke ruimte. "Dat is aan alle kanten zeer afgebakend", zo liet minister Yesilgöz van Justitie en Veiligheid vorige week tijdens een debat van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid weten. De politie is van plan om in toekomst gezichtsherkenningstechnologie operationeel in te zetten en kwam begin dit jaar met een kader dat dit mogelijk moet maken.
Het kader zorgde voor meerdere vragen van commissieleden. "In het kader blijkt dat die geen capaciteit oplevert, maar wel grote privacyschendingen. Hoe willen we daar nou mee verder gaan?", vroeg SP-Kamerlid Leijten aan de minister. "De politie zet op zeer beperkte schaal in op gezichtsherkenningstechnologie. Dat is echt zeer beperkt. Er wordt geen real-time gezichtsherkenning in de publieke ruimte gebruikt door de politie. Dat is aan alle kanten zeer afgebakend", reageerde Yesilgöz.
Leijten stelde daarop dat gezichtsherkenning niet mag. "Dat staat in het regeerakkoord. De Politiewet geeft er geen wettelijk kader voor of geen wettelijke grondslag voor, maar er is nu wel een soort experimenteertitel waarmee er dingen kunnen. De technologie gaat altijd voor met wat wij willen. Als de technologie iets mogelijk maakt, dan zet je het heel snel in. De vraag of het wenselijk is, of het het werk verbetert, of wij dat zelf willen - wat doen wij met die data, worden die opgeslagen en waar eindigt dat? - hebben we nog niet beantwoord", merkte het SP-Kamerlid op.
Ze vroeg vervolgens of de minister de toepassing van gezichtsherkenning door de politie in de praktijk op dit moment wil weergeven, zodat duidelijk wordt wat die inhoudt. Daarop antwoordde Yesilgöz dat het kabinet over een maand met een brief over de inzet van gezichtsherkenning komt en dat die mogelijk de vragen van Leijten beantwoordt, anders kunnen die in een debat aan bod komen, aldus de minister.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.