De politie maakt gebruik van een commercieel bedrijf voor het onderzoeken van dna-sporen, omdat dit sneller werkt dan wanneer de sporen via het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) worden verwerkt, zo meldt het AD. De snelle beschikbaarheid van dna-bewijs kan echter tunnelvisie in de hand leiden, zo waarschuwt een hoogleraar Rechtspsychologie.
Het verwerken van dna-sporen via het NFI kan weken in beslag nemen, terwijl het commerciële bedrijf dat de politie gebruikt resultaten binnen 48 uur levert. De politie in Limburg werkt al tweeënhalf jaar samen met het commerciële dna-lab. De samenwerking wordt nu ook in de politieregio Oost-Brabant toegepast. In Rotterdam loopt een vergelijkbare proef. Ook via een ander project genaamd Localdna wil politie sneller een verdachte door middel van dna-onderzoek op het spoor komen.
Volgens Peter van Koppen, emeritus hoogleraar Rechtspsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, wordt de waarde van dna overschat. Een dna-spoor wijst namelijk naar een persoon, niet naar een dader. Daarnaast werkt de snelle beschikbaarheid van dna-bewijs tunnelvisie in de hand, zo waarschuwt hij. "Dan loop je het risico dat het politie-onderzoek heel erg wordt beperkt. Als in een vroeg stadium een dna-spoor al naar een verdachte wijst, worden andere onderzoeksrichtingen misschien overgeslagen."
De politie zegt zich hiervan bewust te zijn. "Het is essentieel waar en hoe een spoor wordt gevonden", aldus Ellen van Rens van de politie Limburg. Daarnaast wordt er niet alleen naar dna gekeken. "Maar als je het dna van een verdachte ergens al hebt gevonden voordat je met hem gaat praten, is de kans natuurlijk veel groter dat hij het toegeeft als hij het heeft gedaan."
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.