Mensen weten dat Nederlandse rechters redelijk conservatief zijn bij bepalen van hoogte van schadevergoedingen. Met behoorlijke reden wat mij betreft. Geen Amerikaanse toestanden wat mij betreft waarin elk handelen of nalaten ervan tot verstarring van normaal overheidsoptreden kan leiden.
We weten ook dat toekenning van nadelen inzake de AVG qua rechtsgebied nog altijd redelijk nieuw is.
Wat mij echter verbaast in een zaak als deze is dat de rechter voor schadevergoeding de inbreuk op iemands privacy niet ook als zelfstandige vergoedingsgrond beschouwd.
Kijkend naar de hoogte van de geëiste schadevergoeding zal die zijn opgebouwd uit meerdere componenten van inbreuken en schade voortvloeiend uit onzorgvuldig handelen. Zowel inzake behoorlijk bestuur beginselen en de AVG.
De rechter gaat voor de hoogte van de schadevergoeding echter volledig voorbij aan de eisen.
Hier beperkt de rechter zich wel erg makkelijk tot het redeneren van de verweerder en laat eventuele verdere onderbouwing van schade eisen gronden onvermeld.
De rechter gaat via
bedoelde aantasting in zijn persoon
naar
De rechtbank is van oordeel dat een schadevergoeding van € 500,- billijk en passend is. Daarbij heeft zij met name gewicht toegekend aan de gevolgen die het datalek heeft gehad op de psychische problemen van eiseres, zoals eiseres die heeft beschreven in haar verzoek van 3 augustus 2021.
en
Verder stelt verweerder zich op het standpunt dat een beroep op artikel 8:88 van de Awb mogelijk is indien het gaat om een besluit. Dat is hier niet het geval, omdat het gaat om het versturen van brieven naar een verkeerd adres. Dit is een feitelijke handeling en betreft geen schriftelijke beslissing die gericht is geweest op enig rechtsgevolg. Daarnaast is ook geen sprake van een handeling ter voorbereiding van een onrechtmatig besluit.
naar het trechteren naar louter civiel rechtelijke handelingen.
Het UWV-bestuur is qua behoorlijk bestuur OOK verantwoordelijk voor toezicht op deugdelijk functioneren van ambtenaren. Verwijzing door de rechter naar uitsluitingsgrond f in eerste lid van artikel 8:4 van BW is dus onvoldoende.
https://pgawb.nl/pg-awb-digitaal/hoofdstuk-8/8-1-algemene-bepalingen/8-1-1-bevoegdheid/artikel-84/Wat hier mis is gegaan is dat uit verzending naar het oude adres blijkt dat de adressering dus niet sluitend was bijgewerkt terwijl het hier gaat om gevoelige materie.
Nalatigheid kan ook in de publiekrechtelijke sfeer spelen, zie bijvoorbeeld:
https://meld.nl/melding/aansprakelijkheidsrecht-advocaat/nalatigheid-overheid/Dus redeneren door de rechter als niet-bestrijdbaar besluit is wel erg beperkt.
En aantasting in de persoon is ook een rechtsgrond bij onzorgvuldig handelen om schadevergoeding te overwegen:
https://www.schulinck.nl/opinie/privacy-en-recht-op-schadevergoeding-bij-immateriele-schade/De ernst van de inbreuk lijkt mij naast de emotionele schade verder in dit geval behoorlijk groot.
Ook al zijn de enveloppen niet geopend geweest de neutraliteit van de persoon is wel ernstig ondermijnd door het optreden van de UWV.
De afwijking van €250 tussen het aanbod van de UWV en de rechter is 200%.
Dat pleit ook al niet in het voordeel van het UWV en zou de rechter als onbillijkheid moeten opvatten en het UWV moeten aanrekenen.
Ook niet in het voordeel van het UWV pleit is deze redenatie:
Daarnaast stelt verweerder dat het verzoek om schadevergoeding en het verzoek om inzage losstaande verzoeken zijn die ook los van elkaar afgehandeld zijn.
Het vertrouwen in de UWV en dat iedereen op zorgvuldig handelen moet kunnen rekenen is ten eerste aangetast.
Ten tweede is het verzoek voor volledige inzage in deze duidelijk gevolgd NA de opgetreden inbreuk. Duidelijk gevolg.
Had het verzoek tot volledige inzage nou gebeurt zonder de datalek dan had de redenatie van UWV wel logisch geweest.
Dus er is WEL sprake van een aannemelijk verband.
En in arbeidsrecht is verbroken vertrouwen wel mede een grond om een toekenning van schade te overwogen.
Waarom betrekt de rechter vertrouwen-principe nu er dan weer niet bij?
Vreemd dat er verder geen onderbouwing is waarom de aangeboden schade door het UWV tegemoetkoming volgens de rechter te laag is.
https://wetboekplus.nl/burgerlijk-wetboek-boek-6-artikel-97-schadebegroting/Van aantasting van de goede naam van de persoon zou ook zonder een AVG al sprake van zijn geweest.
Puur vanwege de opgetreden privacy inbreuk.
Ook al betreft het hier slechts een 1 op 1 geval van UWV naar onjuist geadresseerde en is verder onbekend hoeveel omstanders er precies kennis hebben genomen van de foutief geadresseerde naam, er waren maar liefst 5 brieven verkeerd verzonden!
Er trad dus herhaling van de inbreuk op.
Zou het slechts 2x zijn geweest dan kan je nog denken, soit!
Zo van, heel vervelend, maar het vertrouwen in de UWV waar de client van afhankelijk is hoeft niet per sé te zijn aangetast.
Meer waarschijnlijk heeft het UWV uit de eerst foutief geadresseerde brief ZONDER check het adres 4x overgenomen.
Dat is dus wel een extra grote fout.
Dat maakt een vertrouwensbreuk natuurlijk wel aannemelijk.
Kijk je verder nog naar qua ernst van misschien klinisch lastig vergelijkbaar zaak -
https://cassatieblog.nl/aansprakelijkheid-en-schadevergoeding/groninger-aardbevingsschade-schadevergoeding-voor-bewoners/ waar de rechter in haar beslissing naar verwijst - dan zie je dat 2x optreden van schade als grond is voor toekenning van smartengeld à €2.500,-. Hoe je inbreuk in woongenot en inbreuk op vertrouwensprincipe moet wegen lijkt me een individuele kwestie. Daarover hieronder meer.
De rechter onderbouwd in haar uitspraak in onderhavige zaak echter niet dat 5x fout verzenden een grond is voor bepalen van hoogte van het toe te kennen bedrag. Voor 5 brieven verzenden moet meerdere maanden overheen zijn gegaan, dus is wel sprake van tenminste wat langere duur. Conservatief geschat is aannemelijk een periode van 6 maanden tot een jaar of 3.
Een schadevergoeding door componenten onzorgvuldig handelen met als gevolg aantasting neutraliteit van persoon en de frequente herhaling zou ook vermeld moeten worden.
Nu lijkt de rechter wel van mening dat de gevolgschade in immateriële zin sterker is dan waar het UWV mee kwam.
De hoogte van schadevergoeding zou redenerend daarlangs mijn inziens rond €750,- à €1.000,- moeten liggen.
Betrek je echter erbij dat beleefde emotioneel onwelbehagen en inperkingen op kwaliteit van leven altijd individueel zijn (denk bijvoorbeeld ook aan de reden waarom QUALY's zijn ontwikkeld en individueel worden gekwantificeerd, denk ook aan divers psychologisch onderzoek dat de ene ergens niet emotioneel last van hoeft te hebben en een ander weer wel) dan is het bij nader inzien eigenlijk ook vreemd dat rechters bij verwijzing naar de emotionele schade van de groningerschade - een heel omvangrijke kwestie - vaak lijkt te kwantificeren in vaste staffels van €250 tot €500 schadevergoeding.
Gemakszucht of tijdgebrek bij rechters kan hierin een rol spelen, maar zorgvuldig en evenwichtig is het niet.
Er zijn daarnaast ook nu al rechtsgronden voor rechters om tot individuele bepaling van hoogte schadevergoeding over te gaan.
Zie
In voorkomend geval kunnen de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen (zie onder meer HR 15 maart 2019, CB 2019-45 (EBI), rov. 4.2.1).
De omvang van een verplichting tot vergoeding van schade die bestaat in een aantasting in de persoon op andere wijze, laat zich niet ‘min of meer forfaitair’ vaststellen nu dat niet verenigbaar is met het hoogst persoonlijke karakter van de vordering tot vergoeding van deze schade
in de zaak waar de rechter ZELF nota bene naar verwijst.
Deze Groninger zaak is een voorbeeld waarin de rechter zelf aanleiding zag om over eventuele afwezigheid van aannemelijke aantasting in de persoon-schade heen te stappen en die zelf te onderbouwen.
De rechter licht in onderhavige zaak echter niet toe waarom dat nu niet wordt gedaan.
De hierbovengenoemde redenen met o.a. onzekerheid voor eventuele herhaling van onzorgvuldig handelen a.g.v. 5x voordoen over wat langere periode en aantasting goede naam zijn evident genoeg.
Het UWV heeft intern zoals bekend langdurig een enorm hoge werkdruk en personeelsgebrek, dus het is aannemelijk dat werknemers opnieuw onzorgvuldig gaan zijn of enigszins op de automatische piloot brieven zullen afhandelen.
De rechter licht verder ook niet toe waarom de hoogte van de eisers van €3.000,- ontoelaatbaar hoog zou zijn.
Daarmee beperkt de rechter bovendien enorm aanknopingspunten voor de eisers om tegen de beslissing in beroep te gaan, terwijl er juridisch juist meerdere aanknopingspunten voor zijn. Zowel op basis van publiek als privaatrechtelijke redenaties.