De Autoriteit Persoonsgegevens heeft zich opnieuw kritisch uitgelaten over het voorstel voor de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS) en adviseert de Eerste Kamer wederom tegen te stemmen. De WGS, door tegenstanders ook wel 'datasurveillancewet' of 'Super SyRI' genoemd, biedt een juridische basis voor overheidsorganisaties én private partijen, verenigd in samenwerkingsverbanden, om persoonsgegevens met elkaar te delen voor de bestrijding van fraude.
De Autoriteit Persoonsgegevens adviseerde de Eerste Kamer eind 2021 om tegen het wetsvoorstel te stemmen. Volgens de privacytoezichthouder zet de wet de deur wagenwijd open voor onbegrensde surveillance door een onbegrensde hoeveelheid partijen, publiek en privaat. Eerder was ook de Raad van State kritisch en stelde dat het voorstel op dat moment niet voldeed aan de eisen van artikel 10 van de Grondwet, dat het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer beschermt. Eind 2021 kwam de Raad van State echter met een positief oordeel.
Het gaat onder de WGS niet alleen om feitelijke gegevens die bedrijven en overheden met elkaar delen, maar ook om signalen, vermoedens en volledige zwarte lijsten die worden uitgewisseld en met elkaar verknoopt. Daarbij kunnen deze partijen op basis van deze schaduwadministraties 'interventies' met elkaar afstemmen waarin ze handhavend optreden tegen burgers die in hun vizier belanden, aldus de burgerrechtencoalitie die eerder de rechtszaak tegen SyRI won.
Volgens de AP is het voorstel met het BGS sterk verbeterd, maar mist een belangrijke waarborg nog, namelijk voorafgaande toetsing door de rechter. Ook stelt de AP dat de wezenlijke bepalingen om burgers te beschermen in de wet zelf zouden moeten staan of dat de wet de regering binnen bepaalde kaders verplicht om zulke bepalingen vast te stellen. "Het kan immers niet zo zijn dat die wezenlijke bepalingen er niet of niet voldoende komen. Betrokkenheid van de beide Kamers is op zichzelf al een belangrijke waarborg voor de bescherming van burgers", zo stelt de toezichthouder.
"Deze wet maakt het mogelijk een verregaande inbreuk te maken op de grondrechten van mensen én hun familie en omgeving. Dat kan verstrekkende gevolgen hebben. Daarom moeten bepalingen die wezenlijk zijn voor de bescherming van mensen zoveel mogelijk in de wet zelf worden vastgelegd", gaat de AP-voorzitter verder. Zolang voorafgaande toetsing door de rechter en de genoemde bepalingen niet in het voorstel staan adviseert de toezichthouder de Eerste Kamer om tegen te stemmen en een aangepaste versie af te wachten.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.