De afname van dna bij een man die wegens online belaging werd veroordeeld is onterecht, zo heeft de rechtbank Gelderland geoordeeld, die de officier van justitie heeft bevolen om het afgenomen materiaal meteen te laten vernietigen. De man werd veroordeeld omdat hij via online platforms 'dwingende berichten' naar een voor hem onbekende vrouw stuurde dat ze contact met hem moest opnemen.
Er is geen fysiek contact geweest en de veroordeelde werd achterhaald via regulier onderzoek naar zijn ip-adres en persoonsgegevens, waaraan geen dna-onderzoek te pas is gekomen. Afhankelijk van het soort misdrijf moet een verdachte onder de Wet-DNA zijn of haar dna-materiaal afstaan.
"Veroordeelt de rechter iemand voor een feit waarvoor voorlopige hechtenis mogelijk is? Dan moet de veroordeelde celmateriaal (dna) afstaan. Een voorlopig-hechtenis-misdrijf is meestal een misdrijf waarop een gevangenisstraf van 4 jaar of meer staat. Maar de afnameplicht van dna geldt ook voor een aantal misdrijven met een lagere maximale gevangenisstraf. Minderjarigen moeten ook celmateriaal afstaan", aldus de uitleg van de Rijksoverheid.
Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) onderzoekt het afgenomen dna en bewaart het dna-profiel in de landelijke dna-databank. De man maakte bezwaar tegen zijn dna-afname. Dat is volgens hem gezien de aard van het misdrijf niet van betekenis voor het voorkomen, opsporen, vervolgen en berechten van dergelijke misdrijven in de toekomst. Het gaat immers om digitale belaging zonder dat enig fysiek contact heeft plaatsgevonden en zonder dat hij tastbare sporen heeft achtergelaten.
Tevens had de man op het moment van het plegen een blanco strafblad, heeft hij een initiatief genomen tot herstelbemiddeling met het slachtoffer en is er geen recidivegevaar. Het Openbaar Ministerie stelt dat het bezwaar ongegrond verklaard moet worden. Dat bij de veroordeelde bij de daadwerkelijke opsporing en berechting dna-onderzoek geen rol heeft gespeeld, betekent nog niet dat er in zijn algemeenheid sprake is van een strafbaar feit waarvoor dna niet van betekenis zal kunnen zijn.
Volgens de rechter zijn in deze zaak geen aanknopingspunten voor de conclusie dat dna-onderzoek van betekenis zal kunnen zijn voor de voorkoming, opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten van de veroordeelde. "Feiten en omstandigheden gelegen in de persoon van veroordeelde en diens strafrechtelijk verleden om anders te oordelen, zijn niet gebleken", aldus de rechter, die het bezwaar van de veroordeelde gegrond verklaart en het OM beveelt het afgenomen celmateriaal meteen te vernietigen.
Je bent niet ingelogd en reageert "Anoniem". Dit betekent dat Security.NL geen accountgegevens (e-mailadres en alias) opslaat voor deze reactie. Je reactie wordt niet direct geplaatst maar eerst gemodereerd. Als je nog geen account hebt kun je hier direct een account aanmaken. Wanneer je Anoniem reageert moet je altijd een captchacode opgeven.