Door Anoniem op 18-07-2024 om 07:41 uur: @M.J.
Ik zou heel raar staan te kijken als het woord "fraude" hier niet door zoiets als "opgavefout" kan worden vervangen, zonder dat de codes veranderen.(...) Binnen goed opgezette IT-systemen is dit helemaal niet zo'n grote aanpassing. De juiste vervangende term bedenken lijkt, gezien het feit dat het om officiële kwalificaties gaat, centraal te moeten gebeuren en dat is beslist geen technische aanpassing.
Het zou goed kunnen dat het in dit specifieke geval zo kan worden opgelost, dus zonder de codes te hoeven vervangen, mits(!) er inderdaad sprake is van "goed opgezette IT-systemen". Dat laatste vereiste raakt aan het probleem. Het opzetten, onderhouden een aanpassen van IT-systemen is mensenwerk.
Je hebt zeker een punt dat het uitbesteden van een deel van het werk aan een ICT-systeem tot gevolg heeft dat gebrek aan flexibiliteit waarmee men dat systeem aan kan passen een rem kan zijn op de flexibiliteit waarmee men anders kan gaan werken. Ik zie dat niet als probleem van de techniek maar van hoe die wordt ingezet. Bedenk dat een geautomatiseerde administratie het werk van makkelijk duizenden werknemers doet, en een grote organisatie heel anders laten werken is ook geen kwestie van even een knopje omzetten.
Ik denk dat techniek nooit een probleem "heeft" en helemaal op zichzelf gezien (dus als voorhanden zijnde mogelijkheid, gezien los van de menselijke omgeving waarin-ie gebruikt kan worden) ook nooit een probleem "is". Dit valt quasi-ludiek te illustreren met de vragen:
1. "heeft" de atoombom een probleem? Nee. Hij ontploft niet, of hij ontploft wel. Voor de atoombom vormt geen van beide een probleem.
2. "is" de atoombom een probleem? Antwoord: nee, die is geen probleem, mits(!) er geen mensen (of andere wezens) voorhanden zijn die hem kunnen laten ontploffen.
(...) Ik heb helaas ook de ontwikkeling meegemaakt van hoe management alles wat bereikt werd met een opmerkelijke gretigheid onmiddellijk als vanzelfsprekend ging zien en meteen vergat hoeveel kosten de investeringen uitspaarden, waardoor automatisering voortaan alleen nog als kostenpost gezien werd, en kostenposten moeten worden geëlimineerd. Men deed geen kosten/baten-analyse, men deed eigenlijk alleen een kosten-analyse en maakte zichzelf wijs dat de baten een soort natuurverschijnsel waren dat vanzelf ging. Op korte termijn levert dat soort roofbouw natuurlijk concurrentievoordeel op, maar op lange termijn leidt het tot een uitgeholde, onbeheersbare puinhoop.
Wat je hier beschrijft, is een voorbeeld van wat er gebeurt als er WEL mensen bij techniek in de buurt zijn. Om het in populair-technische termen uit te drukken: de imperfecte omgang van mensen met techniek "is geen bug, maar een feature".
Dat is in mijn ogen de kern van het probleem. Dan krijg je dat men de automatisering uiteindelijk de deur uit doet en het uitbesteedt en/of pakketten gaat inzetten. Dat maakt de lijnen langer, de betrokkenheid van de automatiseerders lager, aanpassingen gaan trager en slechter of gebeuren helemaal niet, bedrijven kunnen zich veel moeilijker van hun concurrenten onderscheiden als iedereen hetzelfde doet, en er bouwt zich zo een puinhoop op die op een gegeven moment genadeloos hard gaat bijten.
Ja. Maar wat je er niet bij zegt, is dat het een structureel probleem is waarvan de oorzaak diep geworteld is in de intereactie tussen mensen en elke vorm van techniek. Het is geworteld in de menselijke natuur en cultuur, en die oorzaak kun je niet met "technische" middelen wegnemen zonder de menselijke natuur en cultuur, en daarmee onze humaniteit, te verwoesten.
Dat ligt niet aan de techniek, dat ligt aan hoe we ermee omgaan.
Ik denk dat het een theoretische en misleidende exercitie is om "de techniek" geheel apart te zien van "hoe we [d.w.z. mensen] ermee omgaan". Techniek kan ten minste vijf dingen betekenen:
1. Door mensen gebouwde apparaten (bijv. computers, netwerkkabels, satellieten - inclusief de programmering daarvan);
2. De kunst (know-how) van het bouwen van zulke apparaten - gekend en beoefend door mensen;
3. De activiteit van het bouwen van zulke apparaten - uitgeoefend door mensen;
4. Het gebruik van zulke apparaten - door mensen;
5. Het ondergaan van de effecten van zulke apparaten - door mensen.
Alleen de onder 1. genoemde, dode apparaten kunnen bestaan en in sommige gevallen doorgaan met functioneren, als "legacy", zonder dat er nog langer levende mensen in de buurt zijn. Maar die situatie is irrelevant voor de vraag die in bovenstaand artikel aan de orde komt, namelijk hoe ervoor kan worden gezorgd dat
mensen niet de dupe worden van een door automatisering veroorzaakte "legacy" van onvoldoende flexibiliteit als gevolg van de onvoldoende doordachte bouw van technische complexiteit. Het gaat immers om een situatie waarin er nog WEL levende mensen in de buurt zijn.
In alle andere gevallen (nrs. 2 t/m 5) is er geen sprake van techniek die separaat van mensen functioneert, en ook niet van een beheersbaar "systeem" van mensen in combinatie met technische middelen, maar van een levende
biotoop waarvan mensen en techniek beide deel uitmaken, in onderlinge verwevenheid.
Jouw idee dat mensen hun technische mogelijkheden en middelen op een "goede" manier inzetten, waarbij "goed" zou betekenen dat het legacyprobleem effectief geminimaliseerd wordt, is een onrealistisch ideaalbeeld, met andere woorden een
utopie, die we dan een "bio-techno-utopie" zouden kunnen noemen. Dat is net zo utopisch als een fantasie over een eiland met een wijze, rechtvaardige heerser en een perfect functionerend rechtssysteem.
Het idee dat mensen een complex, digitaal systeem als middel (instrument) kunnen gebruiken ("ermee omgaan") zoals een individuele mens een vork gebruikt om een stukje broccoli in zijn mond te stoppen, is onjuist. De complexiteit van het systeem heeft invloed op het gedrag van de levende bouwers en gebruikers, inclusief de managers die (zoals 90% van de managers nu eenmaal doet) op kortzichtige, opportunistische wijze "kosten" proberen te besparen - behalve dan hun eigen salariskosten.
Ik heb zelf ook een keer de interactie tussen directie, managers, extern ingehuurde projectmanagers, een ICT-afdeling en eindgebruikers kunnen volgen tijdens een langdurig vernieuwingsproject (of misschien: "enkele" projecten - het onderscheid tussen enkelvoud en meervoud viel niet eenduidig te maken, het was meer een soort "traject" of eigenlijk een "proces", of nou ja, laten we het beestje maar bij de naam noemen, een soort van "evolutie" - alhoewel, uiteindelijk was het vooral een kwestie van "convolutie"). De eindgebruikers probeerden zo goed en zo kwaad als het kon te overleven, met behulp van knip- en plakwerk. Ja, soms zelfs letterlijk - medewerkers maakten papieren lijstjes om bepaalde zaken te kunnen blijven overzien, en omdat ze dat van hogerhand niet meer mochten doen, want dat was vanuit de management-filosofie gezien niet "efficiënt" en ze moesten "leren vertrouwen op het systeem", deden ze het stiekem en printten die lijstjes uit, omdat ze anders hun werk helemaal niet meer konden doen. Je moet dan o.a. denken aan precies het soort lijstje dat hier wordt genoemd: systeemcodes met omschrijvingen.
Mijn rol was die van een soort thermometer die terugrapporteerde aan één van de managers, die een bepaald belang wilde behartigen in dit "krachtenveld". Ik had zelf in die fase geen projectverantwoordelijkheid, dus kon er relaxed naar kijken en "mee omgaan". Maar godallemachtig, wat jeukte het om dat te zien gebeuren, en om te moeten manoeuvreren om de diverse geledingen te trechteren richting transparantie en richting bereidheid om de werkelijkheid onder ogen te zien. Dit leidde uiteindelijk tot een soort "bonte avond" waarin het debacle voor de directie concreet zichtbaar werd - een debacle waarvoor uiteraard niemand verantwoordelijkheid nam. De schuld werd impliciet naar de ingehuurde externen toegeschoven, maar die hadden hun goudgerande vergoedingen al binnen en het kon ze verder de reet roesten. Dag, dag! Het interne management was voldoende gecompromitteerd om ervoor te zorgen dat de zaak werd stilgehouden.
Het is te gemakkelijk om dan te zeggen: "Dat ligt niet aan de techniek." Techniek bestaat in de praktijk alleen als onderdeel van een sociaal organisme. Met al het asociale. opportunistische en hypocriete gedrag dat daarbij komt kijken. Het is volstrekt onrealistisch om te verwachten dat "men" (wie?) door middel van de invoering van "goede technische voorzieningen" dergelijk gedrag zal kunnen beëindigen of zelfs maar neutraliseren.
M.J.