Volgens de theorie van de "Transparante maatschappij", weet in een maatschappij die continu onder surveiilance staat iedereen evenveel over elkaar, maar dat is volgens Bruce Schneier onzin. Aanhangers zeggen dat als de overheid de burger bespioneert, de burger de overheid kan bespioneren. Geheimen zijn hierdoor niet te misbruiken, omdat iedereen elkaars geheimen kent. "Deze theorie heeft een wereldwijde aantrekkingskracht, en kan ten onrechte als een oplossing worden gezien voor het probleem dat technologie steeds verder onze privacy afkalft."
De theorie heeft echter een gapend gat en dat is dat de machtverhouding tussen mensen verschilt. "Als je door een agent wordt aangehouden en je identiteitskaart laat zien, heeft hij een gigantische controle over je: Hij of zij kan je naam doorzoeken in een database, je naam aan een dossier koppelen, je op een geheime terroristenlijst zetten. Je kunt wel om de identiteit van de agent vragen, maar daarmee kun je verder niets. De machtsverhouding is te ver uit balans, en het uitwisselen van elkaars persoonlijke informatie lost dit niet op. "Hoe meer macht je hebt, hoe meer macht je verkrijgt uit nieuwe data."
Een ander voorbeeld volgens Schneier is dat het geen zin heeft als de dokter vraagt je kleren uit te doen, je eerst verlangt dat de dokter dit doet. De verhouding is namelijk niet die van een gelijke. "Dit is het principe dat beleidsmakers zou moeten leiden als ze besluiten om cameratoezicht toe te passen of data-mining toestaan. Het is niet genoeg om de maatregelen aan het publiek bekend te maken. Alle onderdelen van de overheid werken het beste als de relatieve machtsverhouding tussen de bestuurders en de bestuurden zo klein mogelijk blijft. Als de vrijheid groot en controle klein is, kan gedwongen openheid binnen de overheid de machtsverhouding tussen de twee opheffen, en dat is meestal goed. Gedwongen openheid van het plebs vergroot de machtsverhouding, en is meestal slecht."
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.