Volgens de stichting CPNB (Collectieve Propaganda voor het Nederlandse Boek) is het gedaan met traditionele boek. Uitgeverijen staan in de rij om met e-books en sexy e-readers de markt te bestormen. Er zijn wel wat kritische noten maar de algemene teneur is dat de digitale toekomst van het boek toch niet tegen te houden is, en dat uitgevers dan maar zo snel mogelijk mee moeten doen.
Laat ik maar met de deur in huis vallen: dat wordt een drama voor de uitgevers. Het is zelfs een suïcidaal idee.
We beginnen bij het begin. E-readers zouden kunnen helpen nieuwe markten aan te boren; die van mensen die het gesleep met dikke stapels papier zat zijn. Vaak wordt hierbij gewezen op het probleem van de ontlezing – wie leest er tegenwoordig nog eens een goed boek?
Nou, dat blijken heel veel mensen te zijn. We lezen meer dan ooit te voren. Het medium papier vormt daarbij kennelijk geen belemmering.
Dat maakt het plan om zo snel mogelijk mee te gaan doen met e-books en e-readers op zijn minst weggegooid geld. Suïcidaal wordt het vanwege de business en de beveiliging, twee zaken die bij digitale content onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Eerst maar eens de business. Uitgevers doen twee dingen, selectie en distributie. Ze selecteren welk werk het uitgeven waard is, en brengen dat vervolgens op de markt. Uitgevers zorgen ervoor dat boekhandels regelmatig leuke nieuwe titels hebben.
Als lezen verandert door de voorziene e-reader revolutie, veranderen beide uitgeefprocessen volledig. Uitgevers moeten een volledig nieuwe business ontwikkelen. Nu geeft het feit dat iets op papier wordt uitgebracht, de consument een zekere indicatie dat het geen absolute pulp is – iemand heeft immers een financieel risico genomen om er een uitgave van te maken – redactie, vormgeving, drukken. Online gaat dat radicaal anders. Iedereen die een PDF-je of ePub kan genereren kan een boek digitaal uitgeven. Het ‘merk’ dat een uitgever nu vooral impliciet is, zal dus expliciet moeten worden. Een uitgever moet een sterk merk worden, met bijbehorend marketingbudget.
Ook de distributie wordt anders. In plaats van met de boekhandel op de hoek, doen uitgevers voortaan zaken met Amazon, Sony en Bol. Dat zijn veel grotere partijen, waarmee het moeilijker kersen eten is. De acties van Google geven al een voorschotje op deze nieuwe werkelijkheid.
En dan de hamvraag: hoe gaan de uitgevers op hun nieuwe digitale pad geld verdienen? Het commercieel maken van digitale content is tot nu toe nog niemand gelukt – de enigen die er na bijna twintig jaar Internet geld aan verdienen zijn advertentieboeren en juristen.
Advertentieboeren worden niet betaald door de afnemers, maar door de adverteerders die hopen dat de advertenties effect hebben. De juristen verdienen evenzeer een stevige boterham, door rechtszaken te voeren tegen de afnemers, en worden betaald uit de opbrengsten van de rechtszaken. Stichting Brein heeft haar diensten al aangeboden aan de uitgevers. Logisch, deze aasgieren werken op provisie – en de verwachting van Brein dat de auteursrechten bij e-books zwaar in het geding komen, is volkomen terecht. Maar rechtstreeks verdienen aan digitale content is lastig. Waarom? Omdat dezelfde content al snel genoeg gratis te krijgen is. Tenzij het goed beveiligd is.
En zo komen we van de business bij de beveiliging. Hoe moet dat, digitale boeken beveiligen? Kraken mag niet, maar gebeurt natuurlijk toch. En dan? Gaan de uitgevers net als de muziekindustrie op voet van oorlog met hun klanten staan? Dat zal niet veel helpen - boeken zijn nu niet direct een eerste levensbehoefte. Kijk naar de muziekindustrie: vroeger kwam het geld vanzelf binnen, nu niet meer.
Andere vragen die opkomen bij de hamvraag over geld roepen ook al associaties op met de muziekindustrie. Voor een deel zijn het dezelfde vragen, die bij het downloaden van muziek ook nog niet opgelost zijn – een omineus teken:
Wat koopt de consument ? Een gebruikersrecht? Verdwijnt dat recht dan met het verdwijnen van de drager, zoals bij muziek CD’s, of gaat de uitgever bijhouden wie allemaal rechten op welke boeken heeft? Is een gebruiker een boek kwijt als de e-reader gestolen wordt? Als je als uitgever bijhoudt wie je boeken heeft (en dat gaat vrijwel vanzelf met online transacties) hoe ga je dan om met de privacy van lezers? ‘Nee mijnheer de AIVD-er, wij kunnen u écht niet vertellen wie er bij ons het Handboek Terrorisme van O. Bin Laden heeft gekocht.’ Ik noem maar wat hoor.
Mag ik een gekocht e-book kopiëren naar een ander apparaat? En, als dat kan, kan dat dan ook naar het apparaat van iemand anders? De standaard van DRM op ePub anticipeert hier al op.
E-readers zijn als verkapte computers ook nog eens erg beveiligingsgevoelig: hoe meer snuffen en verbindingen, hoe meer er beveiligd moet worden. En hoe meer beveiliging in tweede instantie niet blijkt te voldoen.
De huidige generatie e-readers is vanuit beveiligingsperspectief heel helder. De beveiliging beschermt de leverancier tegen de gebruiker. Het lijkt vooral op de Trusted Computer (zie Wikipedia voor een zeer goede beschrijving) : de gebruiker kan geen dingen doen die niet mogen van de leveranciers. Dat klinkt heel aantrekkelijk, maar ondanks enorme investeringen is Trusted Computing in de praktijk nog steeds een fiasco.
Omdat de e-reader conform ‘trusted computing’ principes werkt, is het een apparaat dat snel in de kast belandt zodra er een alternatief is met meer mogelijkheden. En dat zal ieder apparaat zijn waar de gebruiker zelf de baas over is. Waarom zou je meer betalen voor iets dat minder kan?
Een andere goede beschrijving van de e-reader is: “met DRM geïnfecteerde Tablet PC”. DRM staat voor Digital Rights Management - kopieerbeveiliging. De niet geïnfecteerde variant zal het uiteindelijk altijd gaan winnen van het zeer beperkte elektronisch hebbedingetje dat toch wel meer dan een paar stuivers kost. En als je er zelf een bestand op wil zetten, kost dat ook weer geld. De Kindle DX heeft een PDF-reader, maar als je jezelf een document van 10MB wilt mailen, kost je dat anderhalve dollar (Amazon rekent 15 cent per megabyte). Dat houdt geen stand. Net zomin als een reader die maar één winkel ondersteunt – anders moet ik straks drie e-readers kopen als ik drie verschillende kranten wil lezen. Ik wil gewoon zelf data erop kunnen zetten - via mijn eigen netwerk of via Internet. Zonder absurde kosten. Het apparaat dat dat kan, dat komt er. Daar kun je vergif op innemen.
De verhalen over de sterke beveiliging met DRM worden met veel overtuiging gebracht. De les van IT beveiliging is echter dat iedere lokale beveiliging op enig moment gekraakt wordt. En naarmate hetgeen beschermd wordt aantrekkelijker is voor de massa, gebeurt dat sneller. Dat is de voornaamste les van WRM (de media variant van Microsoft DRM) en CSS – de beveiliging van films op DVD. En dat het kraken ervan zwaar verboden wordt, heeft geen biet geholpen.
De beperkingen van de huidige generatie e-readers zijn wel tijdelijk. De leveranciers zijn bezig de e-readers in complete PC’s te veranderen: internettoegang, e-mail, films. Als je een cloud-tekstverwerker neemt, ben je helemaal compleet.
Als de huidige minuscule footprint in de markt onverhoopt wordt wat de fabrikanten hopen, krijg je de hele mikmak aan vraagstukken: identiteitsdiefstal, virussen, botnets en dus patches, firewalls en antivirus – you name it.
De geleerde lessen van de PC’s worden echter hoogst zelden toegepast. Ook hier niet. Een goed voorbeeld: als je e-reader van een niet noemenswaardig merk gestolen wordt, dan heeft de dief niet alleen je gadget, maar ook meteen je creditcardgegevens en je accountgegevens van de e-bookhandel. Er zit immers helemaal geen lokale beveiliging op. Beetje dom.
De e-reader lijkt al met al niet veel meer dan een gewone IT-hype van het niveau netcomputer en settop box, die over de volgende nietsvermoedende doelgroep is uitgestort.
Wat moeten uitgevers dan wél doen? Gewoon, waar ze goed in zijn; boeken uitgeven. Op papier. Vreselijk ouderwets, ja vast wel. Maar besef dat de belangrijkste beveiliging van de broodwinning van uitgevers bestaat uit het feit dat een boek van papier is. Een boek scannen gaat niet echt snel of zo. Als de audio-CD er niet was geweest, zou de muziekindustrie ook veel minder grote problemen hebben. Ga maar eens een LP digitaliseren en vergelijk dat met het rippen van een CD, dan weet je wel wat ik bedoel. Als de uitgevers nu zelf deze barrière slechten, dan graven ze hun eigen graf. Dan zijn ze nog dommer dan de muziekindustrie.
Door Peter Rietveld, Senior Security consultant bij Traxion - The Identity Management Specialists -
Laatste 10 columns
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.