Regelmatig vertellen politici dat de burger in de strijd tegen terrorisme een deel van zijn privacy moet opgeven, maar volgens beveiligingsgoeroe Bruce Schneier is dit onzin en maakt dit de maatschappij niet veiliger. Sinds elf september zijn er volgens Schneier maar twee maatregelen genomen die het vliegen veiliger maken: het verstevigen van de cockpitdeur en passagiers leren terug te vechten. Maatregelen die geen invloed op de privacy hebben. "Het zijn zaken als identiteitskaarten, het massaal afluisteren en aftappen van telefoongesprekken en internetverkeer en grote overheidsdatabases die de privacy aantasten, terwijl hun security waarde miniem is."
De dichotomie is dan ook niet tussen privacy en veiligheid, maar vrijheid tegenover controle. "Er is misschien minder criminaliteit in een maatschappij met sterke overheidscontrole en politiestaat-achtige surveillance, maar ik denk niet dat mensen zich in zo'n maatschappij veiliger voelen."
Politiestaat
Door alle "Big brother maatregelen", zoals identiteitskaarten, bewaarplicht en cameratoezicht zijn veel mensen van mening dat we al in een politiestaat leven. Schneier is het hier niet mee eens. "We leven in een informatiestaat, wat een subtiel verschil is." Alle computerprocessen produceren data als bijproduct. Doordat computers een steeds belangrijkere rol spelen, wordt er ook meer persoonlijke informatie geproduceerd. Informatie die wordt verzameld, gekocht en doorverkocht door andere instellingen, zowel overheid als commercieel.
"In een aantal gevallen is security het motief, maar in de meeste gevallen is economie de drijfsveer. Het probleem is dat data als eigendom wordt gezien dat gekocht en verkocht kan worden, in plaats van een recht." Dat is dan ook het probleem dat we volgens de beveiligingsgoeroe op lange termijn moeten oplossen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.