Onderzoekers van de Universiteit van Michigan proberen via een gigantisch netwerk van sensoren het eerste slachtoffer van de Conficker worm te achterhalen. Om "patient zero" te vinden beschikt de universiteit over darknet sensoren, die het zes jaar geleden dankzij financiering van het Ministerie van Homeland Security kon aanschaffen. De sensoren wisselen wereldwijd informatie uit. "Het doel is om zo dichtbij te komen dat je in kaart kunt brengen hoe de verspreiding begon", zegt onderzoeker Jon Oberheide.
Dat zal geen eenvoudige klus worden, aangezien de onderzoekers hiervoor meer dan 50 terabyte aan data moeten doorzoeken. Conficker verspreidt zich door netwerken op kwetsbare computers te scannen. "Het is lastig om de scans van Conficker te vinden, aangezien er veel gescand wordt." Toch is het geen onmogelijke taak. De onderzoekers wisten in 2005 ook het eerste slachtoffer van de Witty worm te vinden.
Onderzoek
Tijdens de uitbraak van de worm in oktober ontvingen de onderzoekers tot hun grote verrassing enorm veel informatie. Terwijl andere wormen de darknet IP-adressen blokkeerde, deed Conficker dit niet. "We waren door de compleet willekeurige scan verrast en dat het onze sensoren niet blackliste", gaat Oberheide verder. "Als ze iets meer onderzoek hadden gedaan, dan hadden ze ons netwerk kunnen vinden."
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.