De politie heeft een eigen provider waarmee agenten anoniem op het internet kunnen rechercheren. Het gaat om het Internet Recherche Netwerk (iRN) dat eigenlijk vanuit het niets door Peter de Beijer werd opgezet. Vanuit zijn betrokkenheid bij een pilot over computercriminaliteit kreeg hij steeds meer vragen van collega's die 'iets moesten' met internet, omdat ze merkten dat de onderwereld daar zaken deed in plaats van in het café.
Provider
Zo ontstond het iRN, dat inmiddels vijfduizend gebruikers op driehonderd locaties telt. Het iRN heeft zich ontwikkeld tot een eigen provider voor de politie en andere overheidsdiensten, die onderzoek willen doen op internet zonder hun visitekaartje achter te laten, meldt Rechtspraak.nl naar aanleiding van een themadag over opsporing op internet die onlangs plaatsvond.
Het iRN schermt de identiteit van gebruikers af en zorgt ervoor dat onderzoekers snel aan relevante informatie komen door dwarsverbanden te leggen en gegevens te bundelen. Daarnaast brengt het onderzoekers met elkaar in contact. Hun activiteiten worden opgeslagen, zodat duidelijk is welke bronnen ze hebben gebruikt. "Opsporingsinformatie moet immers toetsbaar zijn."
Wilde Westen
Toch is bij de bestrijding van cybercrime niet alles zo netjes vastgelegd. Jurist Jan-Jaap Oerlemans vindt dan ook dat Nederlandse rechters goed over normen in de digitale wereld moeten nadenken.
"De wet Bijzondere Opsporingsbevoegdheden is ook op internet toepasbaar, maar veel is onduidelijk. Mag je bijvoorbeeld surveilleren met een valse account? Welke regels gelden nou eigenlijk op internet?" Daarbij hanteren landen en opsporingsdiensten elk weer andere regels. "We leven in het digitale Wilde Westen", aldus Oerlemans.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.