Doordat harde schijven steeds meer data bevatten is het niet meer voldoende om op RAID1 of RAID5 te vertrouwen in het geval een schijf kapot gaat. Redundant Array of Independent Disks (RAID) wordt vooral in servers en Network-attached storage (NAS) gebruikt. In een RAID-systeem worden meerdere harde schijven gecombineerd tot een groep van schijven en kent verschillende niveaus.
Bij RAID5 worden de pariteitsblokken niet op een enkele schijf opgeslagen, maar verdeeld over de gehele verzameling van schijven. Bij het uitvallen van één van de schijven kunnen de gegevens worden gereconstrueerd dankzij de pariteit. Althans, dat is de theorie.
Robert Graham van Errata Security haalde als proef een schijf uit zijn NAS, die RAID6 gebruikte. Bij het herbouwen van de RAID array, werden er op een andere schijf fouten gevonden. "Had ik RAID5 gebruikt, dan had ik alle 18 terabyte verloren", merkt hij op. Aangezien RAID6 twee redundante schijven gebruikt, kon de data toch worden hersteld.
Capaciteit
Graham merkt op dat RAID5 en RAID1 nog altijd de populairste RAID-configuraties zijn, maar een "zeer slecht idee", aldus de beveiligingsexpert. Het aantal fouten per terabyte blijft hetzelfde, maar elk jaar past er meer data op een schijf. Daardoor neemt het aantal fouten per schijf wel elk jaar toe.
De capaciteit van een schijf is tegenwoordig zo groot, dat het waarschijnlijk is dat tijdens het herbouwen van een RAID-array er ook fouten op een andere schijf worden gevonden. Daarom is het nodig om tenminste twee redundante schijven te hebben. Iets wat inmiddels ook door steeds meer bedrijven wordt toegepast.
RAID5 mag dan dood zijn , merkt Graham op, RAID6 zal snel volgen. "RAID6 zal binnen 5 jaar dood zijn, als schijven het punt bereiken waar drie redundante schijven nodig zijn."
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.