De Heartbleed-bug in OpenSSL heeft ervoor gezorgd dat veel SSL-certificaten veiliger zijn geworden en lastiger door overheden te compromitteren zijn. Vanwege de Heartbleed-bug liepen meer dan 500.000 SSL-certificaten risico dat een aanvaller de privésleutel van het certificaat zou kunnen bemachtigen.
Door de Heartbleed-bug was het namelijk mogelijk om informatie uit het geheugen van webservers te stelen, zoals wachtwoorden en sessiecookies. In bepaalde gevallen zou ook de encryptiesleutel van het SSL-certificaat kunnen worden buitgemaakt. SSL-certificaten zorgen er onder andere voor dat verkeer tussen bezoekers en de website versleuteld wordt. Met de buitgemaakte encryptiesleutel zou een aanvaller het verkeer echter kunnen ontsleutelen.
Vanwege het risico besloten veel websites hun certificaat opnieuw uit te geven of in z'n geheel te vervangen. In plaats van het SHA-1-algoritme dat voor het oorspronkelijke certificaat werd gebruikt, werden deze certificaten met het veiligere SHA-2-algoritme gesigneerd. Het aantal SSL-certificaten dat met SHA-2 gesigneerd is groeide de afgelopen maand met meer dan 50%.
Volgens internetbedrijf Netcraft dat de groei ontdekte zijn overheidsinstanties in staat om praktische aanvallen tegen het SHA-1-algoritme uit te voeren, waardoor Man-in-the-middle- en phishingaanvallen mogelijk zijn. Verschillende organisaties riepen al voor de ontdekking van de Heartbleed-bug op om naar het veiligere SHA-2 te migreren. Zo accepteert Microsoft vanaf 2017 geen certificaten die met SHA-1 zijn gesigneerd.
De Heartbleed-bug heeft de migratie echter een boost gegeven. Er zijn nu bijna 200.000 certificaten met SHA-2 gesigneerd. Paul Mutton van Netcraft merkt op dat er nog een lange weg te gaan is, aangezien meer dan 93% van de certificaten nog steeds met SHA-1 is gesigneerd.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.