Het vonnis van de rechter die gisteren oordeelde dat het bedrijf SMS Parking de parkeergegevens van klanten aan de Belastingdienst moet afstaan is onbegrijpelijk, omdat het in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) is, zo stelt Anke Verhoeven van advocatenkantoor SOLV.
Gisteren draaide het Hof in Den Bosch een eerdere uitspraak van een andere rechter terug. Deze eerdere rechter oordeelde dat het verzoek van de Belastingdienst om de parkeergegevens disproportioneel was. De Belastingdienst wil de parkeergegevens, zoals kenteken, datum, plaats en tijd, gebruiken voor het heffen van belastingen. Daarbij worden alle parkeergegevens van SMS Parking opgevraagd.
Het bedrijf verzette zich hier tegen wegens de privacy van haar klanten en werd in eerste instantie in het gelijk gesteld. Daarop ging de Belastingdienst in hoger beroep, waarbij de rechter nu oordeelde dat het verzoek om de parkeergegevens gerechtvaardigd was. Het hof in Den Bosch erkende dat het overhandigen van de gegevens in strijd met de privacy is, maar dat het algemeen belang om belastingen te heffen in deze zaak zwaarder weegt.
Het Hof stelde daarbij dat de Belastingdienst gehouden is aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit, maar stelt volgens Verhoeven dat dat niet in de weg staat een zeer omvangrijk en ongespecificeerd verzoek. "Dat staat in mijn ogen lijnrecht tegenover de verplichting op grond van de Wbp." De Wbp stelt dat gegevens slechts voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden mogen worden verwerkt.
Ook gaf het Hof aan dat de gegevens niet direct te herleiden zijn naar de persoon van het gebruikte voertuig. "Dat lijkt me ook onjuist, nu zowel SMS Parking als de Belastingdienst evident in staat zijn om de identiteit van de betrokken personen te achterhalen. Overigens gebruikt het Hof deze overweging slechts in het kader van de beoordeling van de proportionaliteit. Het is dus niet zo dat het Hof vaststelt dat een kenteken geen persoonsgegeven is", gaat Verhoeven verder.
Ze is het dan ook niet eens met het oordeel van het Hof dat het verzoek van de Belastingdienst proportioneel is. "Het opvraagrecht van de Belastingdienst in art. 53 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen kan in mijn ogen niet dermate ruim worden uitgelegd dat de Belastingdienst een zo algemeen verzoek kan doen bij een onderneming. De Belastingdienst is immers evenzeer als elke onderneming gehouden aan de algemene verplichtingen van de Wbp."
Het oordeel is voor Verhoeven dan ook onbegrijpelijk. "De Wbp geldt immers evenzeer voor de Belastingdienst als voor SMS Parking en in het verleden is gebleken dat overheidsorganen zich zeker niet minder dan ondernemingen schuldig maken aan schending van de privacy van burgers. Er is dan ook geen reden om aan te nemen dat de gegevens bij de Belastingdienst veiliger zouden zijn dan bij SMS Parking."
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.