Nu de markt voor en het gebruik van overheidsspyware toeneemt is het belangrijk dat de Europese Unie wetgeving opstelt om de privacy van burgers te beschermen, zo heeft de Europese databeschermingsautoriteit (EDPS) in een 16 pagina's tellende opinie (pdf) laten weten.
Volgens EDPS Giovanni Buttarelli kunnen surveillancetools legitieme middelen voor opsporingsdiensten zijn. Ze kunnen echter ook worden gebruikt om beveiligingsmaatregelen van elektronische communicatie en dataverwerking te omzeilen, en zo de integriteit van databases, systemen en netwerken ondermijnen. "Nu het internet steeds groter wordt, zullen de risico's ook steeds meer toenemen", aldus Buttarelli (pdf).
Hij roept dan ook op tot een gecoördineerde aanpak om deze risico's te tackelen. In veel niet-EU-landen zijn de standaarden voor databescherming mogelijk lager dan in Europa. EU-burgers lopen daardoor risico om in niet-EU-landen te worden gemonitord. "De handel en het gebruik van surveillancesoftware in de private sector moet meer worden gereguleerd, aangezien er in veel landen geen of onvoldoende wetgeving is die op het gebruik toeziet", merkt de EDPS op.
Hij wil dat opsporingsdiensten transparanter en aansprakelijk worden voor het gebruik van dergelijke software, zodat het recht van mensen op zelfbeschikking niet wordt geschonden. Buttarelli stelt verschillende acties voor, zoals een beoordeling van de huidige EU-standaarden voor ICT, om zo de bescherming van mensenrechten, met name wat betreft surveillancetechnologie, te vergroten. Ook wil hij dat de handel in zero day-exploits en -kwetsbaarheden wordt gereguleerd. Daarnaast moeten investeringen in de veiligheid van internet en privacyoplossingen worden aangemoedigd.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.