De Tweede Kamer is akkoord gegaan met het wetsvoorstel dat opsporingsdiensten de bevoegdheid geeft om met camera's langs de wegen alle langsrijdende auto's te registreren. Deze gegevens kunnen dan later doorzocht worden om mogelijke verdachten van misdrijven te vinden.
Voor misdrijven waar voorlopige hechtenis voor is toegestaan mag vier weken worden teruggezocht. Voor misdrijven waar minimaal acht jaar gevangenisstraf op staat of bij terroristische misdrijven mag zes maanden worden teruggezocht. Ook de AIVD krijgt toegang tot de informatie. Op basis van artikel 3 Politiewet mag de politie kentekens nu ook scannen om te kijken of de bestuurders ergens voor wordt gezocht. Vervolgens mag de politie de bestuurder staande houden.
De bewaartermijn van onverdachte kentekens wordt zes maanden. Dit gebeurde op voorstel van de PvdA en de VVD. In het oorspronkelijke voorstel was de bewaartermijn van onverdachte kentekens nog vier weken, terwijl er in het eerste plan tien dagen werd genoemd. Volgens minister Van der Steur is de verlenging noodzakelijk geworden omdat de wereld er nu "echt anders uitziet".
De politie heeft al enige ervaring met automatische nummerplaatherkenning (ANPR), omdat dit in verschillende politieregio's al werd toegepast, overigens zonder dat dat wettelijk was toegestaan. In de twee jaar dat het gebruikt is heeft kentekenregistratie slechts in vier zaken een rol gespeeld, zo meldt Privacy Barometer, een particulier initiatief dat zich voor privacy inzet.
Volgens de Raad van State is dit wetsvoorstel vergelijkbaar met de bewaarplicht voor Telecomgegevens omdat het om een massale registratie voor opsporingsdoelen gaat van gegevens van onverdacht burgers. De bewaarplicht voor telecomgegevens is vorig jaar door de rechter ongeldig verklaard omdat de noodzaak voor het bewaren van gegevens van onverdachte mensen tegen het recht op privacy ingaat en de overheid de noodzaak niet kon onderbouwen.
De Raad van State waarschuwt dat de rechter over de massale registratie van reisgegevens van automobilisten een vergelijkbaar oordeel zal vellen. "Toch zijn er in het nu aangenomen wetsvoorstel nauwelijks extra waarborgen ten gunste van de privacy genomen. Ook is er geen poging gedaan de noodzaak nog eens goed te onderbouwen", zegt Reinout Barth van Privacy Barometer.
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft bezwaar tegen het wetsvoorstel en adviseerde het niet in te dienen. Dit advies ging nog over het wetsvoorstel waarbij de gegevens vier weken zouden worden bewaard en geen zes maanden. Ook had de geheime dienst in dat voorstel nog geen toegang tot de gegevens. De toezichthouder constateert dat er met "een centrale opslag een hooiberg van politiegegevens betreffende veelal niet-verdachte personen [wordt] gecreëerd". Verder vindt de Autoriteit Persoonsgegevens dat er veel privacyrisico's aan het voorstel kleven en dat noch de noodzaak noch de proportionaliteit is aangetoond.
Indien binnenkort ook de Eerste Kamer het ANPR-wetsvoorstel aanneemt zal Stichting Privacy First met een coalitie van andere maatschappelijke organisaties de Nederlandse Staat direct dagvaarden en de wet buiten werking laten stellen omdat die in strijd met het recht op privacy is, zo laat de organisatie weten. Indien nodig zullen Privacy First en mede-eisers hiertoe doorprocederen tot aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Privacy First zegt dat het gezien de Europese en Nederlandse jurisprudentie terzake de kans op een succesvolle rechtsgang in deze zaak buitengewoon hoog acht.
De bewaartermijn van de kentekengegevens is niet 6 maanden maar toch vier weken geworden. "Op het laatste moment heeft de PvdA haar steun ingetrokken voor het amendement om de gegevens zes maanden te bewaren. Het verantwoordelijk Kamerlid Oosenbrug zegt bij nader inzien toch niet gelukkig te zijn met de uitwerking van dat idee. Er kwam ook nogal wat ophef over en het was nogal ondoordacht, dus we begrijpen haar wel", aldus Barth tegenover Security.NL.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.