De meeste EU-lidstaten lopen bij politieonderzoeken vaak of bijna altijd tegen encryptie aan, zo blijkt uit onderzoek van de Europese Unie onder 25 EU-lidstaten en Europol. Landen konden via een enquête aangeven hoe vaak ze met encryptie te maken krijgen en om wat voor encryptie het dan gaat.
De enquête volgde op een EU-overleg eerder dit jaar over encryptie en de resultaten zijn nu door minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie openbaar gemaakt (pdf). Van de 25 EU-lidstaten geven er 20 aan encryptie vaak of bijna altijd bij politieonderzoeken tegen te komen. Vijf lidstaten krijgen bij dergelijke onderzoeken zelden met encryptie te maken. Het gaat om zowel versleuteling van statistische data als communicatie. Verder blijkt dat verdachten die over versleuteld materiaal beschikken niet verplicht zijn om politie hun wachtwoord of encryptiesleutels af te staan. Sommige EU-lidstaten hebben echter een andere juridische aanpak gekozen waarbij verdachten of derden dit toch moeten doen.
De EU-lidstaten konden ook aangeven op welk terrein het onderzoek naar versleuteld bewijsmateriaal te kort schiet. Dan blijkt dat voldoende technische capaciteit wat betreft technische oplossingen om data te ontsleutelen en materiaal het vaakst worden genoemd, gevolgd door een gebrek aan financiële middelen en personele capaciteit, zowel qua mankracht als training van het personeel. Als het gaat om maatregelen om met encryptie om te gaan worden "praktisch georiënteerde maatregelen" vaker gekozen dan nieuwe wetgeving op EU-niveau. Ook Nederland gaf aan dat het graag dergelijke praktische maatregelen ziet. Polen, Italie, Kroatië, Letland en Hongarije zijn echter voorstander van nieuwe wetgeving.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.