Banken zullen naam en adresgegevens van vermeende internetoplichters niet met hun slachtoffers delen, tenzij dit door een civiele rechter wordt opgedragen. Dat meldt minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid in een brief aan de Tweede Kamer over de aanpak van internetoplichting.
Vorig jaar vond er een Algemeen Overleg plaats over financieel-economische criminaliteit. Tijdens het debat vroeg CDA-Kamerlid Van Dam of de minister met banken wilde overleggen of burgers veel eerder civiel in de gelegenheid kunnen worden gesteld om hun schade te verhalen. De banken lieten Grapperhaus weten dat ze vanwege de privacywetgeving de NAW-gegevens van (vermeende) internetoplichters niet mogen delen. Dat maakte de minister in een brief op 5 april aan de Tweede Kamer bekend.
Tijdens een overleg met de Tweede Kamer op 17 april vertelde de minister dat hij nog steeds gesprekken voerde met de banken over het delen van gegevens. Het gaat dan om het verstrekken van gegevens over naam, adres en woonplaats van een (vermeende) fraudeur door banken aan een slachtoffer zodat het slachtoffer civielrechtelijke actie in geval van (vermeende) fraude kan nemen.
"Ik heb ook bij die gesprekken aangegeven dat ik van banken verwacht dat ze zich verantwoordelijk tonen voor het voorkomen van fraude en dat ze zich inspannen voor slachtoffers hiervan", zo stelt de minister nu. De banken lieten de bewindsman opnieuw weten dat ze vanwege de privacywetgeving de gegevens niet mogen verstrekken. Daarnaast kan een tegenrekening ook van een katvanger zijn en bestaat het risico op eigenrichting als slachtoffers de gegevens van de mogelijke dader ontvangen.
Slachtoffers die willen dat de bank de gegevens van de vermeende dader toch verstrekt kunnen hiervoor naar een civiele rechter. "Ik begrijp de positie van banken als het gaat om het verstrekken van NAW-gegevens van (vermeende) fraudeurs aan (vermeende) slachtoffers. Van banken kan niet verwacht worden dat zij gegevens van betrokkenen delen met (vermeende) slachtoffers, wanneer dit strijdig is met de geldende privacywetgeving", schrijft de minister.
Grapperhaus zegt ook de andere risico's te begrijpen die zich bij het delen van de gegevens kunnen voordoen en wijst daarbij naar de opvatting van de politie. "Al eerder heb ik uw Kamer bericht dat ook de politie heeft aangegeven dat het verstrekken van NAW-gegevens van vermeende fraudeurs onaanvaardbare risico’s voor de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen met zich mee kan brengen."
Toch nemen deze bezwaren volgens de minister niet weg dat alle mogelijkheden ingezet moeten worden om internetoplichting te voorkomen en, als het zich toch heeft voorgedaan, slachtoffers te ondersteunen, ook als het gaat om gegevensverstrekking aan slachtoffers.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.