De Amerikaanse autoriteiten mochten twee laptops, een harde schijf, een computer en een smartphone die een verdachte vanuit het buitenland naar zijn advocaat in de VS verstuurde met een gerechtelijk bevel onderscheppen en onderzoeken, zo heeft een Amerikaanse rechter bepaald (pdf).
De verdachte in kwestie wordt verdacht van het verbergen van de herkomst van politieke giften die van buitenlandse donateurs afkomstig waren. De Amerikaanse man was in het buitenland toen hij hoorde dat het Amerikaanse openbaar ministerie een onderzoek was gestart. Na overleg met zijn advocaten besloot de man zichzelf bij terugkeer in de VS aan de autoriteiten aan te geven.
Tevens kreeg de verdachte het advies om zijn elektronische apparaten die hij op dat moment bij zich had naar zijn advocatenteam te sturen. Volgens de man was dit nodig voor het verkrijgen van juridisch advies en als voorbereiding op zijn verdediging. Op 16 oktober vorig jaar gaf de man zichzelf aan, en had daarbij geen elektronische apparaten bij zich.
Vijf dagen later kregen de autoriteiten een gerechtelijk bevel om het DHL-pakket te onderzoeken dat de man naar zijn advocaten had gestuurd en was onderschept. Volgens de Amerikaanse overheid waren de verstuurde apparaten niet gemaakt met als doel om juridisch advies te krijgen, maar wilde de verdachte die niet bij zich hebben op het moment dat hij zou worden gearresteerd.
De apparaten werden vervolgens doorzocht, waarna gescande documenten van het DHL-pakket aan het advocatenteam van de verdachte werden verstrekt. Volgens het advocatenteam is hiermee de "advocaat-client privilege" geschonden, wat bepaalde communicatie tussen een cliënt en zijn advocaat beschermt en communicatie vertrouwelijk houdt. Daarop verzocht de verdachte om al het bewijsmateriaal dat met het doorzoeken van zijn apparaten was verkregen uit te sluiten.
De rechter in New York wees het verzoek af. Volgens de rechter heeft de verdachte op geen enkele manier aangetoond dat de onderschepte apparaten waren gemaakt in voorbereiding op zijn verdediging, zoals hij beweerde. Tevens bleek geen van de apparaten "geprivilegieerde communicatie" tussen de verdachte en zijn advocaten te bevatten. Alleen het versturen van een pakket naar een advocaat maakt het nog niet geprivilegieerd, aldus de rechter. Die stelde daarnaast dat de kans zeer klein is dat de Amerikaanse overheid op de apparaten enige verdedigingsstrategie van de verdachte zal aantreffen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.