De politie heeft in een onderzoek naar een phishingbende de iPhone van een verdachte onder dwang via zijn duim mogen ontgrendelen, zo heeft de Hoge Raad bepaald. De verdachte wilde zijn iPhone niet vrijwillig ontgrendelen. Daarop heeft de politie hem geboeid en vervolgens zijn duim tegen de vingerafdruklezer van de iPhone gehouden om het toestel te ontgrendelen. Zo kreeg de politie toegang tot de opgeslagen gegevens die vervolgens konden worden onderzocht
Begin 2019 oordeelde de rechtbank Noord-Holland dat de werkwijze van de politie niet in strijd was met het nemo tenetur-beginsel, dat inhoudt dat de verdachte niet aan zijn eigen veroordeling hoeft mee te werken. "Het betreft hier namelijk het dulden van een onderzoeksmaatregel die geen actieve medewerking van verdachte vereist. Daar komt bij dat de vingerafdruk met een zeer geringe mate van dwang is verkregen. Dat met het plaatsen van de duim van verdachte op de iPhone toegang wordt verkregen tot mogelijk wilsafhankelijke en voor hem belastende gegevens, maakt dit naar het oordeel van de rechtbank niet anders."
De rechtbank stelde dat politieagenten de "gerechtvaardigde verwachting" hadden dat er op de iPhone belangrijke informatie stond over de verdenkingen tegen de verdachte. Verder verklaarde de rechter dat de politie in 2016 voor dit type iPhone nog geen technische mogelijkheden had om toegang tot de gegevens op het toestel te krijgen. Door het plaatsen van de duim van de verdachte op de sensor was volgens de rechtbank slechts een beperkte inbreuk op zijn lichamelijke integriteit gemaakt. De rechter vond dan ook dat de opsporingsambtenaren in deze zaak rechtmatig hebben gehandeld.
De verdachte ging bij de Hoge Raad in beroep. Volgens de advocaat van de man was deze werkwijze onrechtmatig. Het samenstel van wetsartikelen waar de rechtbank zeer op baseerde zou geen voldoende wettelijke grondslag bieden voor het ontgrendelen van de iPhone op deze manier. De Hoge Raad verwerpt dit en stelt dat de genoemde wetsartikelen wel voldoende grondslag bieden voor het onderzoeken van in beslag genomen apparaten en dat er met "proportioneel geweld" handelingen mogen worden uitgevoerd om deze apparaten te kunnen onderzoeken.
Verder stelde de advocaat dat de werkwijze van politie in strijd was met het nemo tenetur-beginsel zoals vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). "Beslissend voor de vraag of in een strafrechtelijke procedure het nemo tenetur-beginsel is geschonden, is of het gebruik tot het bewijs van het onder dwang van de verdachte verkregen materiaal in een strafzaak zijn recht om te zwijgen en daarmee zijn recht om zichzelf niet te belasten van zijn betekenis zou ontdoen", schrijft de Hoge Raad in het vonnis.
Om die vraag te beantwoorden wordt verwezen naar een eerdere uitspraak van het Europees hof voor de rechten van de mens. Volgens die uitspraak gaat het nemo tenetur-beginsel vooral over het recht van de verdachte om te zwijgen en geldt het niet voor het verkrijgen van bijvoorbeeld bloed, haar of urine voor dna-tests. Daarbij mag een geringe mate van proportionele fysieke dwang worden toegepast. Het met enige dwang plaatsen van de duim op de iPhone om die te ontgrendelen is dan ook niet in strijd met het nemo tenetur-beginsel, concludeert de Hoge Raad, die het hoger beroep verwerpt.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.