Het wetsvoorstel voor elektronische gegevensuitwisseling in de zorg, waardoor zorgverleners zich niet op hun beroepsgeheim mogen beroepen wanneer wetshandhavers medische gegevens willen inzien, moet worden aangepast zodat een rechter eerst toetst of dit noodzakelijk is. Dat adviseert de Raad voor de rechtspraak in een wetgevingsadvies over de voorgestelde wet.
De wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg verplicht zorgverleners om gegevens in ieder geval digitaal uit te wisselen. De Raad heeft echter kritiek op het wetsvoorstel en adviseert minister Van Ark van Medische Zorg en Sport in een brief om twee aanpassingen door te voeren (pdf).
Mocht het wetsvoorstel in de huidige vorm worden aangenomen, krijgen wetshandhavers, zoals de inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, namelijk ook de bevoegdheid een woning die onderdeel uitmaakt van een zorginstelling zonder toestemming van de bewoners binnen te treden om gegevens te verzamelen. De inzet van deze bevoegdheid moet duidelijker worden omkaderd, adviseert de Raad.
"In het Wetsvoorstel is niet uitdrukkelijk ingegaan op de verhouding tussen deze vereisten en het betreden van een woning zonder toestemming van de bewoner op grond van het voorgestelde artikel", schrijft de Raad in de brief aan de minister. "Het binnentreden van een woning zonder dergelijke toestemming is een ingrijpende bevoegdheid die inbreuk maakt op de grondwettelijke bescherming van het huisrecht."
Daarnaast heeft de Raad vragen over de uitzondering op het verschoningsrecht, die volgt uit het wetsvoorstel. Hierdoor mogen zorgverleners zich niet op hun beroepsgeheim beroepen wanneer wetshandhavers medische gegevens willen inzien. Iets wat volgens de Raad alleen zou mogen na toetsing van een rechter.
"Gelet op het gewicht van het beroepsgeheim acht de Raad deze ingrijpende bevoegdheid onvoldoende specifiek ingekaderd waardoor te weinig waarborgen voor een terughoudende toepassing daarvan zijn gegeven. Verder blijkt uit het Wetsvoorstel niet in hoeverre rechtsbescherming openstaat tegen de verplichting om het beroepsgeheim te doorbreken", laat de Raad aan de minister weten.
De Raad voegt toe dat de impact van het wetsvoorstel op burgers in de praktijk beperkt lijkt te zijn tot speciale type woningen en situaties. Toch mag de grondwettelijke bescherming van het huisrecht en het medisch beroepsgeheim niet te gemakkelijk worden uitgehold. De minister wordt dan ook geadviseerd om het wetsvoorstel op deze punten aan te passen en duidelijke kaders te stellen voor het schenden van het huisrecht en medisch beroepsgeheim.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.