Stichting Privacy First start een kort geding tegen de Staat om de Nederlandse wetgeving betreffende automatische nummerplaatherkenning (Automatic Number Plate Recognition, ANPR) ongeldig te laten verklaren. Op honderden locaties in Nederland hangen camera's die elke dag miljoenen kentekens registeren. De politie meldde vorig jaar maart dat het om 135 miljoen kentekens per maand ging. Naast de kentekens worden ook additionele gegevens opgeslagen, zoals locatie, tijdstip en foto van voertuigen.
Sinds 1 januari 2019 worden deze gegevens 28 dagen bewaard. Daarvoor werden kentekengegevens van weggebruikers die in geen enkel bestand voorkwamen onmiddellijk, of in ieder geval binnen 24 uur gewist. Het gaat ook om gegevens van mensen die nergens van verdacht worden. "Dit is totaal niet noodzakelijk, volstrekt disproportioneel en bovendien ineffectief", zo stelt Privacy First dat daarbij onder andere wijst naar een evaluatierapport van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC), het kennisinstituut voor het ministerie van Justitie en Veiligheid.
Privacy First wil daarom door middel van een kort geding de ANPR-wetgeving buiten werking laten stellen omdat die in strijd met het Europees privacyrecht zou zijn. Het kort geding vindt op 10 november plaats bij de rechtbank Den Haag. Indien nodig volgt na dit kort geding tevens een bredere bodemprocedure. "De huidige ANPR-wet vormt immers een massale privacyschending en hoort simpelweg niet thuis in een vrije democratische rechtsstaat", aldus de stichting, dat gezien Europese jurisprudentie denkt dat de kans op een succesvolle rechtsgang buitengewoon hoog is.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.