Er is geen wettelijke basis voor de verplichte aanschaf van het inlogmiddel eHerkenning, dat onder andere moet worden gebruikt voor het doen van belastingaangifte, zo heeft de belastingrechter geoordeeld. Een bedrijf dat weigerde eHerkenning aan te schaffen en zodoende geen aangifte kon doen hoeft een naheffing van de Belastingdienst niet te betalen.
Via eHerkenning kunnen ondernemers bij alle aangesloten organisaties inloggen en zaken als belastingen, subsidies, voertuigoverschrijvingen en wijzigingen in het Handelsregister regelen. Bestaande zakelijke inlogmiddelen worden op termijn afgeschaft, zodat alleen eHerkenning overblijft. Bedrijven moeten vanaf 1 januari 2020 eHerkenning verplicht gebruiken om aangifte bij de Belastingdienst te doen.
Een bedrijf uit het Gooi wilde belastingaangifte doen, maar weigerde hiervoor eHerkenning bij een commerciële partij aan te schaffen. Volgens het bedrijf kan de fiscus haar niet verplichten om voor eHerkenning te betalen. De onderneming vindt dat de Wet digitale overheid eerst in werking moet treden en dat een ministeriële regeling niet voldoende is.
De Wet digitale overheid heeft als doel het regelen van het veilig en betrouwbaar kunnen inloggen voor Nederlandse burgers en bedrijven bij de (semi-)overheid. De wet moet echter nog worden aangenomen en zou op zijn vroegst 1 juli van dit jaar in werking kunnen treden. De daadwerkelijke datum van de inwerkingtreding is afhankelijk van wanneer de Kamer het wetsvoorstel bespreekt.
De Belastingdienst is van mening dat eHerkenning niets meer is dan een elektronische handtekening en het op grond van de wet de bevoegdheid heeft nadere eisen te stellen aan het gebruik van elektronische berichten. Daarnaast kan er compensatie voor de aanschaf van eHerkenning worden aangevraagd. Iets waar eind vorig jaar weinig gebruik van was gemaakt.
De rechtbank stelt dat de Algemene wet bestuursrecht een wettelijke basis kan bieden, mits de verplichte aanschaf van eHerkenning voor het doen van een aangifte in de wet staat. Deze wet ontbreekt echter. Volgens de rechter moet belastingaangifte kosteloos zijn. Voor de betalingsverplichting bij eHerkenning bestaat dan ook geen wettelijke basis. Daaruit concludeert de rechter dat de ministeriële regeling uit de Algemene wet inzake rijksbelastingen geen rechtsgrond biedt. Dat een deel van de kosten worden vergoed maakt dit niet anders.
Op basis hiervoor komt de belastingrechter tot het oordeel dat het bedrijf uit het Gooi wel belastingaangifte wilde doen, maar dit niet kon zonder eHerkenning. "Dit klemt omdat voor het verplicht stellen van het gebruik tegen betaling van eHerkenning iedere rechtsgrond ontbreekt", aldus de rechter. Die voegt toe dat de Belastingdienst dan ook geen naheffingsaanslag kan opleggen. De rechter heeft de naheffingsaanslag van de fiscus vernietigd.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.