Door Anoniem: Direct op de man af gevraagd. Bij jij het eens met de stelling, dat op Internet ook de kromme regels van de 'echte' wereld moeten gaan gelden, zoals Van Huffelen wenst te poneren.
Dus terug naar bijv. de feodale verhoudingen voor Big Tech als in de tijd van Marie Antoinette e.d.? Want dat wil onze regeringen en de Europese Unie toch echt in feite? (...)
#observator
Je verwijst neem ik aan naar het bericht
https://www.security.nl/posting/766626/Van+Huffelen%3A+regels+in+echte+wereld+moeten+ook+op+internet+gelden. In dat bericht lees ik onder andere het volgende:
Ze [Van Huffelen] sprak over de digitale maatschappij die landen willen zijn. "Het is enorm belangrijk dat de regels die we als samenleving hanteren in de echte wereld ook gelden in de digitale wereld. De wet- en regelgeving die we hierover in Europa ontwikkelen zorgt ervoor dat mensen centraal staan en fundamentele rechten beschermd worden”, aldus de staatssecretaris tijdens de bijeenkomst.
Inlichtingenfunctionarissen hebben geregeld in het verleden gesteld dat toegang tot end-to-end versleutelde communicatie noodzakelijk is, omdat er in de echte wereld ook toegang tot communicatie kan worden verkregen en er op dat gebied wet- en regelgeving voor bijvoorbeeld telefoonaanbieders is. (...)
De staatssecretaris ging ook nog in op het delen van data. "Het is essentieel dat burgers zelf de regie hebben en houden over wat er met hun data gebeurt en met wie gegevens worden gedeeld. Het is hun data en daarover moeten mensen zelf altijd het laatste woord hebben."
Het is mij op basis van deze tekst niet precies duidelijk wat staatssecretaris Van Huffelen bedoelt en beoogt. In eerste instantie lijkt het of ze graag burgers gerust wil stellen. Sinds enkele tientallen jaren gaan bij mij altijd kleine, oranje alarmlampjes knipperen als een bewindspersoon iets geruststellends zegt. Op het gebied van privacy en gegevensbescherming gaan er bij mij in zo'n geval ook altijd wat sirenes af. Ik vraag me altijd af welke maatregel de betreffende politicus onder de mantel van geruststelling wil voorbereiden of implementeren.
Het is niet uitgesloten dat Van Huffelen zichzelf tegenspreekt zonder zich daarvan bewust te zijn. Het is van tweeën één: ofwel burgers houden zelf regie over wat er met hun persoonsgegevens gebeurt, ofwel inlichtingendiensten mogen inbreken in de persoonlijke berichten die burgers aan elkaar sturen. Dat kan niet allebei tegelijk.
Het hangt er vanaf wat deze staatssecretaris verstaat onder "de echte wereld". Bedoelt ze daarmee een wereld waarin inlichtingendiensten, onder dekking van een mantel van formele beperkingen, feitelijk vrij spel hebben, of een wereld waarin de grondrechten van burgers adequaat worden beschermd? Dat kan niet allebei tegelijk. Bedoelt ze met "de echte wereld" de wereld in de door jou genoemde "tijd van Marie Antoinette" (vóór 1800), of de latere periode (in Nederland vanaf de Grondwet van 1848) waarin het briefgeheim wettelijk was vastgelegd?
De tijd van Marie Antoinette (politiek relevant 1770-1793) was ook die van tsarina Katharina de Grote (politiek relevant 1744-1796). We hebben het dan over wat ook wel de tijd van het Ancien Régime wordt genoemd. In die tijd hadden Europese inlichtingendiensten vrij spel om briefpost zonder toestemming of medeweten van de verzender te onderscheppen en te openen. De koerier werd bijvoorbeeld (tijdelijk) gearresteerd of "verdween" en de brief of de envelop werd geopend, waarbij soms een zegel werd verbroken. Er waren geloof ik ook methoden om het openen van enveloppen te verhullen, maar dat vereiste meer moeite dan men in de meeste gevallen noodzakelijk achtte. Soms werd de brief vervolgens alsnog doorgelaten, soms niet. Intelligente mensen die brieven verstuurden - vooral internationale brieven, bijvoorbeeld vanuit Rusland naar Frankrijk - wisten hiervan en hielden er rekening mee bij het schrijven. Ik weet niet zeker of ik het me goed herinner, maar in Stanley Kubrick's film
Barry Lyndon werd geloof ik ook een brief onderschept.
Maar omdat het allemaal zo fysiek toeging, beschikten zelfs de meest doortastende bestuursapparaten niet over een "kill switch" waarmee in één keer de internationale correspondentie vanuit of naar een land kon worden lamgelegd.
Een ander verschil met nu was dat in de achttiende eeuw slechts een kleine elite schriftelijke privé-berichten verzond naar een ander land en dat zo'n bericht er vaak weken over deed alvorens het de geadresseerde bereikte. Later, op het hoogtepunt van de
moderne tijd (zeg: tussen 1980 en 2000) deden brieven er maar heel kort over. Vanaf halverwege de jaren negentig werd werd de functie van brieven in rap tempo overgenomen door emails, en vervolgens door verstuurde "appjes" of "app-berichten" (bijv. via Whatsapp), terwijl de efficiëntie, betrouwbaarheid en tijdigheid van de bezorging van briefpost ondertussen sterk achteruit ging.
Voor jou en mij is de wereld van onze jeugd en jongvolwassenheid, met andere woorden de moderne wereld, de norm voor hoe "de echte wereld" eruit zou moeten zien. Maar iemand als staatssecretaris Van Huffelen leeft in een soort post-moderne, psychedelische wereld, een Jeroen Bosch-achtige, Dali-achtige wereld van kleuren, vloeiende beelden, imago's en betuigingen van aanhankelijkheid en loyaliteit in een steeds veranderend krachtenveld, waarin je steeds "aan de goede kant" wilt staan - de goede kant
du jour. Dat is voor haar "de echte wereld" - een wereld die op mij claustrofobisch overkomt, maar op haar niet. Voor jou en mij is het even moeilijk ons te verplaatsen in haar belevingswereld als in die van een inktvis - dat zijn overigens zeer intelligente dieren voor wie ik veel respect heb.
Wat iemand als Van Huffelen bedoelt met "fundamentele rechten" is iets heel anders dan wat jij en ik bedoelen met diezelfde woorden. Haar "fundament" is niet fysiek en ook niet juridisch, laat staan grondwettelijk, maar politiek en symbiotisch, d.w.z. "sociaal" in relatie tot haar netwerk in en rond de Haagse kaasstolp. Haar fundament is bijvoorbeeld een mooie power-point-presentatie waarbij een zelfverzekerde minister met mooie, puntige schoenen aan de hand van enkele korte, maar krachtige "bullets" uitlegt waarom het (ook medisch) "noodzakelijk" is om gezonde mensen die niet beschikken over een smartphone met daarop een groen vinkje dat is omgewerkt tot een QR-code, voortaan te weren van café-terrassen, namelijk omdat die mensen mogelijk ongeprikt en dan dus "decadent" zijn en daarmee andere mensen in groot gevaar brengen (ik verwijs hier naar toenmalig gezondheidsminister De Jonge en de CTB's, ca. juni-2021 tot februari van dit jaar - lang geleden lijkt dat alweer...).
Het onderscheid tussen het begrip "wereld" en het begrip "belevingswereld" is niet echt van toepassing op mensen als staatssecretaris Van Huffelen, veel van haar collega's en vele leden van ons parlement. Over de onmogelijkheid de werkelijkheid echt te kennen, heeft de filosoof Immanuel Kant (in dezelfde tijd als Katharina de Grote) al het één en ander geschreven. Later heeft een wetenschapsfilosoof zoals Thomas Kuhn met zijn "paradigma-theorie" duidelijk gemaakt dat ook wetenschappers meestal een gevestigde tunnelvisie volgen en daar vaak in vast blijven zitten tot ze door een volgende generatie worden afgelost - een volgende generatie met weer een nieuwe tunnelvisie. Dit is aan onze huidige politici voorbijgegaan. Zij verwijzen graag naar "de wetenschap" alsof die al sinds de oerknal in ongewijzigde vorm heeft bestaan.
Ze doelen met "wetenschap" op de uitspraken van mensen die beschikken over door politici en ambtenaren goedgekeurde diploma´s, dat wil zeggen een combinatie van papieren, universitaire diploma's en ongeschreven diploma's van politieke goedkeuring met het oog op het beleid van het zittende bewind. Zonder die tweede soort diploma's is er volgens de politici en de aan hen loyale media geen sprake van "wetenschap", maar van "desinformatie".
Op dit punt wil ik er ook nog even op wijzen dat er in mijn ogen twee begrippenparen goed van elkaar moeten worden onderscheiden, namelijk:
a) "de echte wereld" versus "de virtuele wereld op internet, gecreëerd door middel van digitale systemen"; en
b) "de echte wereld" versus "de belevingswereld van mensen (politici, religieuze autoriteiten, celebrities, media-magnaten en hun volgelingen) die graag ergens in willen geloven, c.q. anderen ergens in willen laten geloven".
Staatssecretaris Van Huffelen doet het volgende: zij verklaart haar eigen belevingswereld tot "de echte wereld" en stelt die vervolgens tegenover "de virtuele wereld op internet". Zij knutselt dus een combinatie in elkaar van concepten die eigenlijk afkomstig zijn uit twee verschillende begrippenparen. Dat doet zij mogelijk in een onbewuste poging om de èchte "echte wereld" aan ons zicht te onttrekken.
Uiteindelijk maakt de fantasiewereld van zo´n staatssecretaris natuurlijk ook deel uit van "de echte wereld" - in de hoedanigheid van een reëel bestaande fantasie. Fantasieën hebben soms een enorme werkingskracht in de echte wereld. De corona-crisis bood daar veel voorbeelden van. Het Toeslagenschandaal is een ander voorbeeld van fantasieën over "fraudeurs" die eerst op deels geautomatiseerde wijze tot stand werden gebracht en vervolgens, opnieuw op deels geautomatiseerde wijze, tot uitvoer werden gebracht - met de bekende, rampzalige gevolgen in de echte wereld.
- * - * - * -
Je vraagt of ik het eens ben met de stelling dat op Internet ook de kromme regels van de 'echte' wereld moeten gaan gelden, zoals Van Huffelen wenst te poneren.
Mijn eerste antwoord is dat we op dat punt niets te kiezen hebben. De regels van de echte wereld, of die nu krom zijn of niet, gelden per definitie. Eén van die regels schrijft voor dat zelfs mensen zoals Van Huffelen staatssecretaris kunnen worden en vanuit die hoge functie dubieuze suggesties kunnen gaan doen over de "echte" wereld.
Mijn tweede antwoord is dat we politici nodig hebben die hun blikveld kunnen verbreden en verdiepen, en die contact kunnen maken met het deel van de "echte" wereld dat zich op dit moment buiten het zicht van de politieke "incrowd" van gevestigde, op Den Haag gerichte Polder-partijen bevindt.
Mijn derde antwoord is dat ik hecht aan het briefgeheim, juist in de huidige, onzekere tijd. In ieder geval zolang de papieren postbezorging niet weer op orde is gebracht, hecht ik daarnaast ook zeer aan end-to-end-encryptie bij het verzenden van emails en een verbod op het registreren van zowel de inhoud als de metadata daarvan zonder rechterlijk bevel naar aanleiding van een concrete verdenking van een misdrijf - in termen van een kenbare, op schrift gestelde en op redelijke wijze geïnterpreteerde wet. Vooralsnog zie ik geen aanleiding om te veronderstellen dat de bezorging van briefpost weer het goede niveau zal bereiken van twintig jaar geleden.
Mijn vierde antwoord is dat ik een voorstander ben van een strikt gehandhaafd totaalverbod op zonder toestemming van de eigenaar van een device geplaatste cookies - er bestaan namelijk geen "noodzakelijke" cookies, het is technisch ook prima mogelijk om zonder cookies per internet te communiceren (inclusief communicatie met websites) - juist nu alles zo "snel" is geworden dankzij immer toenemende capaciteit aan bits-en-bytes per seconde. Het idee dat cookies noodzakelijk zouden zijn, is al een klein voorbeeld (een elementje) van de psychedelische schijnwerelden die door bepaalde partijen aan ons worden opgedrongen, en die ALS GEVOLG DAARVAN grootschalig rondzweven in onze echte wereld en daar vaak op giftige wijze werkzaam zijn.
Zo kan ik nog een hele reeks antwoorden bedenken, maar waarschijnlijk is het inmmiddels wel duidelijk hoe ik hier naar kijk.
M.J.