De digitale euro draagt geen jota bij aan de strategische autonomie van de eurozone, zo stelt Wim Boonstra, Bijzonder Hoogleraar Economische en Monetaire Politiek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en speciaal adviseur en econoom bij RaboResearch. Minister Kaag van Financiën heeft altijd beweerd dat dit wel het geval is. Boonstra was vorige maand uitgenodigd door de vaste commissie voor Financiën om over de toekomst van de euro te spreken. Daarbij kwam ook de digitale euro aan bod.
"Een digitale euro kan helpen om in de toekomst onze strategische autonomie te vergroten in het betalingsverkeer", zo stelde Kaag eerder begin januari. Vorig jaar liet de minister nog aan de Tweede Kamer weten: "In een wereld waar de geopolitieke scheidslijnen sterker naar voren komen, kan de digitale euro de Europese autonomie op dit vlak vergroten", waarbij ze doelde op de afhankelijkheid van bigtech-bedrijven als die met een eigen betaalinfrastructuur komen.
Volgens Boonstra is het onwaarschijnlijk dat de digitale euro voor meer strategische autonomie zorgt. "Ik zie niet in hoe de invoering van een digitale euro, die moet gaan lijken op de chipknip, met een peer-to-peer-betaalfunctie, retail, voor beperkte bedragen, ook maar één jota zou gaan bijdragen aan de strategische autonomie van de eurozone", zo verklaarde hij tegenover de vaste commissie.
De hoogleraar vindt dat het hele proces rondom de digitale euro heel ongelukkig loopt. "De Europese Centrale Bank is er al hard mee bezig, maar het politieke debat over de digitale euro is in feite nu pas op gang aan het komen. Ik vind dat een compleet verkeerde volgorde der dingen. Ik denk dat een herinrichting van het financiële stelsel een politiek vraagstuk is. Daar moeten parlementen zich over uitspreken. Als men het erover eens is, oké, dan moet de centrale bank het ontwikkelen, maar niet achterstevoren. Nu wordt er al technisch gesproken over een ding, terwijl uw gremium nog bezig is met het formuleren van een positie over wat jullie van dat ding willen maken."
Boonstra stelde dat de digitale euro een bijdrage kan leveren aan de internationale positie van de euro, maar dan vooral als die geschikt is voor snelle, internationale transacties. "Maar dan moet je dus op een heel ander spoor gaan zitten dan waar het politieke debat nu naartoe gaat, namelijk dat het steeds meer een retailding wordt. Dat is de Duitse voorkeur, dat is de Nederlandse voorkeur en die hecht erg aan privacy."
De hoogleraar denkt dat de enige reden om de digitale euro echt geopolitiek te kunnen inzetten, is dat er via zo'n circuit dan ook daadwerkelijk een stuk onafhankelijkheid ten opzichte van betaalsysteem SWIFT en de Chinese en Russische systemen kan worden verkregen. "Dan draagt het daaraan bij. Een retail digitale euro, met alle voor- en nadelen die daaraan kleven, is een interessant debat, maar levert, denk ik, geen enkele bijdrage aan de internationale positie van de euro."
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.