Door Anoniem: @M.J.
Die behandelovereenkomst komt gewoon uit de Wet Geneeskundige Behandelovereenkomst en hoeft niet schriftelijk te zijn.
Zie o.a.:
https://www.knmg.nl/actueel/dossiers/behandelingsovereenkomst-wgbo
Dat klopt, maar let nu even op:
Burgerlijk Wetboek, Boek 7, Titel 7 ("Opdracht"), Afdeling 5 (WGBO):
Artikel 446:
1. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling - in deze afdeling verder aangeduid als de behandelingsovereenkomst - is de overeenkomst waarbij een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, de hulpverlener, zich in de uitoefening van een geneeskundig beroep of bedrijf tegenover een ander, de opdrachtgever, verbindt tot het verrichten van handelingen op het gebied van de geneeskunst, rechtstreeks betrekking hebbende op de persoon van de opdrachtgever of van een bepaalde derde. Degene op wiens persoon de handelingen rechtstreeks betrekking hebben wordt verder aangeduid als de patiënt.
2. Onder handelingen op het gebied van de geneeskunst worden verstaan:
a. alle verrichtingen - het onderzoeken en het geven van raad daaronder begrepen - rechtstreeks betrekking hebbende op een persoon en ertoe strekkende hem van een ziekte te genezen, hem voor het ontstaan van een ziekte te behoeden of zijn gezondheidstoestand te beoordelen, dan wel deze verloskundige bijstand te verlenen;
b. andere dan de onder a bedoelde handelingen, rechtstreeks betrekking hebbende op een persoon, die worden verricht door een arts of tandarts in die hoedanigheid.
(...)
Artikel 450
1. Voor verrichtingen ter uitvoering van een behandelingsovereenkomst is de toestemming van de patiënt vereist.
De definitie in artikel 446 is interessant, want de wettekst suggereert enerzijds dat er sprake is van een "opdrachtverlener" (de patiënt) en een "hulpverlener" (bijv. de arts) die zich "verbindt tot het verrichten van handelingen op het gebied van de geneeskunst". Maar anderzijds suggereert de wettekst ook dat zo'n hulpverlener die overeenkomst ook eenzijdig tot stand kan brengen door zich op die wijze te "verbinden" - ook zonder dat de "opdrachtgever" daartoe opdracht geeft of er zelfs maar van op de hoogte is.
-- Een overeenkomst is geen overeenkomst zonder wederzijdse instemming --Maar een overeenkomst die tot stand komt zonder dat één van de beide partijen dat wil, is natuurlijk geen echte overeenkomst. Immers, een overeenkomst tussen twee partijen vereist wederzijdse instemming, d.w.z. een wederzijds wilsbesluit. Vandaar ook dat overeenkomsten rechtens ongeldig kunnen worden verklaard als er sprake is van een wilsgebrek bij één van de partijen.
Als bijvoorbeeld een malafide verkoper ergens aanbelt, er doet iemand met een geestelijke beperking open, die door de malafide verkoper vervolgens dronken wordt gevoerd en daarna onder psychologische druk gezet wordt om een handtekening te zetten onder een contract ter aankoop van een koelkast, een auto of een internet-abonnement, dan kan zo'n ondertekend contract ongeldig worden verklaard vanwege een wilsgebrek van de kant van degene die de deur open had gedaan.
Nu begrijp ik wel dat als iemand na een auto-ongeluk ergens bewusteloos op de grond ligt, er komt een arts bij en die gaat hulp verlenen, dat er dan voor die arts sprake is van verplichtingen jegens die patiënt. Maar is er dan sprake van een "behandelingsovereenkomst"? In mijn ogen niet, er is immers door de betreffende patiënt geen opdracht of instemming verleend. Je kunt dan wel zeggen dat de arts door aan de behandeling te beginnen, daarmee verplichtingen op zich neemt, gelijk aan die, die zouden ontstaan als er sprake was van een behandelingsovereenkomst. Dat lijkt me redelijk, en ook in lijn met de medische ethiek.
-- Geïnformeerde instemming met een behandelingsovereenkomst --Nog anders is de situatie als ik, gezond van geest en in wakende toestand, bij een huisarts binnenstap om over iets niet-urgents om advies te vragen. Blijkens de definitie van artikel 446 lid 2 WGBO wordt ook het geven van advies beschouwd als een handeling die valt onder een behandelingsovereenkomst. Dan is de arts echter wel verplicht om, voordat de behandelingsovereenkomst geacht kan worden in te gaan, mij als patiënt te informeren dat ik, door advies te accepteren, een behandelingsovereenkomst zou aangaan, en wat de consequenties daarvan zouden zijn. Immers, als ik bij bewustzijn en wilsbekwaam ben, kan er in ieder geval geen overeenkomst ontstaan zonder dat ik daar zelf willens en wetens mee heb ingestemd.
Het gaat dan bijvoorbeeld om de consequenties op het gebied van gegevensverwerking. Dit laatste wordt ook verplicht gesteld door artikel 13 van de AVG:
Artikel 13 AVG:
1. Wanneer persoonsgegevens betreffende een betrokkene bij die persoon worden verzameld, verstrekt de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene bij de verkrijging van de persoonsgegevens al de volgende informatie:
(...)
c) de verwerkingsdoeleinden waarvoor de persoonsgegevens zijn bestemd, alsook de rechtsgrond voor de verwerking;
In mijn geval hebben mijn opeenvolgende huisartsen zich nooit aan deze informatieplicht gehouden, tot ik eergisteren na drie keer vragen bepaalde informatie kreeg.
Toen ik mij vele jaren geleden inschreef bij een huisarts, ben ik daar niet over voorgelicht. Toen mijn medische dossier later werd overgedragen aan opvolgers van die huisarts, ben ik daar evenmin over ingelicht. Bij bezoeken aan die opeenvolgende huisartsen ben ik daar ook niet over ingelicht. Door één van hen (niet mijn huidige huisarts) is mij alleen gezegd dat als ik niet wilde dat mijn dossier in een digitaal systeem werd opgeslagen, ik mij moest uitschrijven, maar niet waarom dat zo was. Het werd gepresenteerd als een eis van de huisarts zelf, "slikken of stikken". Dat was een aantal jaren vóór 2016, dus ruim voordat mijn dossier voor het eerst werd gedeeld met Calculus. Gezien mijn bekende bezwaar tegen het opslaan van mijn medische dossier op een computer die in verbinding stond met internet, had mijn huisarts mij in ieder geval in 2016 op de hoogte moeten stellen van de nieuwe werkwijze om mijn medische dossier te gaan delen met Calculus/Topicus. En al helemaal omdat Calculus/Topicus die gegevens ook zou gaan gebruiken voor "onderzoeksdoeleinden".
Na de inwerkingtreding van de AVG (25 mei 2018, met maar liefst twee jaren voorbereidingstijd) mocht in ieder geval worden verwacht dat elke huisarts zijn cliënten ("patiënten") had geïnformeerd, en ook actief had geïnformeerd, over de consequenties van artsbezoek voor gegevensverwerking, en de relatie daarvan met het bestaan of ontstaan van een "behandelingsovereenkomst". Dan was ik op die manier ook op de hoogte geraakt van het bestaan/ontstaan en de reikwijdte van een behandelingsovereenkomst als zodanig. Niets daarvan is gebeurd. Al die tijd ben ik hierover in volstrekte onwetendheid gelaten. Ook toen ik hierover tien jaar geleden al vragen stelde aan mijn toenmalige huisarts.
Ik heb dus nooit
geïnformeerd kunnen instemmen met het aangaan van enige behandelingsovereenkomst en ook niet met het verwerken van mijn medische persoonsgegevens door de arts. Tot juli/augustus 2023 wist ik niet eens dat er zoiets als een "behandelingsovereenkomst" bestond. Tussen 2016 en augustus 2023 wist ik niet dat mijn medische dossier terecht kwam in een datasysteem van Calculus/Topicus, mogelijk ergens in een buitenland. Sinds 21-11-2023 weet ik dat het gaat om één van de landen in de E.E.R. (welk land, weet ik op dit moment nog steeds niet).
Als ik dit alles wel had geweten, had ik mogelijk niet ingestemd met een behandelingsovereenkomst met deze huisarts, of had ik bepaalde zaken tijdens spreekuur niet aan de huisarts verteld en daar ook geen medisch advies over gevraagd.
Mijn huisarts heeft dus zowel artikel 450 WGBO als artikel 13 AVG overtreden.
-- Zonder tijdige informatie bestaat er geen behandelingsovereenkomst --Artikel 450 WGBO vereist toestemming van de patiënt voor de uitvoering van verrichtingen die onder een behandelingsovereenkomst vallen. Ik kan niet geacht worden zulke toestemming te hebben gegeven als ik niet wist dat zo'n overeenkomst daarmee werd aangegaan.
Kortom, ik ben nooit rechtens een behandelingsovereenkomst met mijn huisarts(en) aangegaan. Als ik nu, na het bericht van mijn huisarts op 21-11-2023 opnieuw advies aan mijn huisarts zou vragen, dan zou ik wèl weten dat ik daarmee volgens de wet een behandelingsovereenkomst aanga. Dan zou ik gebruik maken van de mogelijkheden die de WGBO mij biedt (in artikel 455) om informatie uit mijn medische dossier te laten verwijderen. Ik heb zo'n verzoek ook al gedaan aan mijn huisarts, nu bijna drie maanden geleden. Mijn huisarts heeft mij echter tot op heden nog niet laten weten of dit verzoek inmiddels is uitgevoerd...
-- Spanning tussen WGBO en medische ethiek als gevolg van privacy-regelgeving --Op 21-11-2023 heeft mijn huisarts voor het eerst artikel 6 lid 1 onder b AVG (noodzaak voor het opstellen of uitvoeren van een overeenkomst) genoemd als wettelijke grondslag voor het verwerken van mijn medische gegevens, en daarbij de behandelingsovereenkomst genoemd als zijnde de overeenkomst die de basis vormt voor deze wettelijke grondslag voor gegevensverwerking.
Dit heeft medisch-ethische implicaties. Stel bijvoorbeeld dat ik ziek word van een ernstige luchtweg- en of longinfectie en medische hulp nodig heb, maar ik wil niet dat mijn medische gegevens worden gedeeld met Calculus/Topicus.
Ik kan dan bijvoorbeeld naar de huisartspraktijk bellen en vertellen dat
-- ik ziek ben,
-- maar dat ik niet wil dat gegevens daarover verder komen dan de huisarts zelf,
-- en dat ik daarom niet instem met enige behandelingsovereenkomst op grond waarvan de huisarts mijn gegevens mag doorsturen naar Calculus/Topicus.
De huisarts kan dan tegen mij zeggen: "U geeft duidelijk aan wat u wilt. Maar in dat geval ga ik u geen medische hulp verlenen, want de door mij gekozen administratiemethode voor mijn praktijkvoering vereist dat ik die gegevens doorstuur naar Calculus/Topicus. En als ik u behandel,
mag ik dat ook doen, want zodra ik u behandel, is er sprake van een behandelingsovereenkomst en dus mag ik uw gegevens dan naar Calculus/Topicus doorsturen op grond van artikel 6 lid 1 onder b AVG."
Hoestend en/of kokhalzend antwoord ik daarop: "Ik wil graag een
andere behandelingsovereenkomst met u afsluiten, namelijk één waarin bepaald wordt dat mijn medische gegevens binnen uw huisartspraktijk blijven, en dat u ze dus niet laat verwerken door Calculus/Topicus."
De huisarts antwoordt: "Ik ben niet bereid om zo'n speciale behandelingsovereenkomst met u aan te gaan. Als u alleen akkoord gaat met behandeling als ik zo'n gewijzigde behandelingsovereenkomst met u aanga, dan ga ik u zelfs geen advies geven, want volgens artikel 446, tweede lid van de WGBO moet advies ook beschouwd worden als medische hulp."
Zwaar hijgend en reutelend vraag ik dan: "Dus als ik niet instem met het doorsturen van mijn medische of andere persoonsgegevens naar Calculus/Topicus, dan laat u als arts mij creperen? Hoe verhoudt zich dat dan tot uw medische ethiek, uw Hippocratische Eed? De plicht van een arts om hulp te verlenen aan patiënten in nood?"
Wat de arts daarop dan gaat antwoorden, weet ik niet. Misschien verbreekt de huisarts de verbinding en laat mij in mijn eentje creperen.
Waarschijnlijk zou het medisch tuchtcollege dan oordelen dat de patiënt het aan zichzelf te wijten had dat hij overleed. Had hij maar niet zo veel belang moeten hechten aan zijn medische privacy. De arts viel niets te verwijten, volgens de hedendaagse medische "ethiek". Maar misschien ben ik nu te pessimistisch, en leeft er bij zo'n medisch tuchtcollege nog wel degelijk ethisch besef dat sterker is dan de drang om de eigen beroepsgroep te verdedigen en te contenteren.
-- Arts zwijgt geheel over het medisch-ethische probleem --Ik heb dit medisch-ethische probleem al maanden geleden aangekaart bij mijn huisarts, maar die zwijgt daarover in alle talen. In plaats daarvan neemt hij/zij nu (vermoedelijk ingefluisterd door een jurist) een juridiserende houding aan, door uitsluitend naar wetsparagrafen van de WGBO en de AVG te verwijzen.
Het is zo makkelijk om, zoals jij doet, te zeggen: "Die behandelovereenkomst komt gewoon uit de WGBO en hoeft niet schriftelijk te zijn." Effe een wetje noemen en je denkt: klaar is kees.
Maar elke arts die als professional bereid is naar zijn of haar geweten te luisteren, weet dat het:
-- juridisch helemaal niet zo simpel is;
-- ethisch eigenlijk wel heel simpel is: je laat patiënten in nood niet stikken, en je respecteert je beroepsgeheim. Echt.
M.J.