De makke met de mensheid is dat mensen niet perfect zijn. De beste leiders zouden degenen zijn die wel veel in huis hebben maar absoluut geen ambitie hebben voor dat soort functies. Het zijn alleen degenen die wel dat soort ambitie hebben die zich ervoor beschikbaar stellen. Daar doe je niets aan, dat is geen gebrek van een politiek systeem, dat is een gebrek van mensen. We krijgen dus hoe dan ook een stevig gehalte aan dat soort figuren.
Deze redenering is te kort door de bocht. Ze
vooronderstelt namelijk hoe de
bestaande situatie geregeld is m.b.t.
1/ de verdeling van de macht (besluitvormingsprocessen) en
2/ het verband tussen eigendom en macht.
Ad 1.
Het is voorstelbaar dat een grote mate van machtsspreiding/ machtsdeling (platte, horizontale besluitvormingssystemen) een meer evenwichtige samenstelling van leidinggevenden oplevert qua persoonskenmerken. De huidige besluitvormingsstructuren zijn sterk hiërarchisch en verticaal waardoor de macht vooral in de bovenste niveaus geconcentreerd is en top-down uitgeoefend wordt. Dit trekt een bepaald type mens aan wat uit is op (veel) macht en tevens weet hoe die positie te bereiken.
Een pathologische besluitvormingsstructuur trekt, kortom, mensen met pathologische persoonlijkheden aan.
De zienswijze valt te verdedigen, dat in de huidige tijd de mensheid toe is aan een verregaande vorm van
machtsdeling en zelfbestuur omdat de mens alle daarvoor benodigde capaciteiten ontwikkeld heeft resp. in huis heeft (latent, onder de oppervlakte).
Hieruit volgt dat de bestaande gecentraliseerde, sterk verticale besluitvormingsstructuren niet meer passen bij de huidige mens, maar pathologisch werken, ziekmakend zijn en de ontwikkeling van een maatschappij die meer in overeenstemming is met de huidige mogelijkheden van de mens belemmeren.
Ad 2.
De huidige machtsverdeling is sterk verbonden met eigendom, i.h.b. van
geld. Wie over geld beschikt heeft de macht. Dat geldt m.n. in de economie, dus op dat terrrein van de samenleving waar geld verdiend wordt met het produceren van zaken die door mensen gekocht worden.
Het particuliere eigendom/ bezit van geld haalt het slechtste in de mens naar boven, het bevordert hebzucht, egoïsme en een zich afkeren van datgene wat de gemeenschap nodig heeft (eenzijdig individualisme).
Het sterke verband tusssen het bezit van geld en het kunnen uitoefenen van macht moet verbroken worden om te voorkomen dat het welzijn van de gemeenschap ondergeschikt wordt gemaakt aan de egoïstische belangen van degenen die geld hebben. Het geld moet vrijgemaakt worden voor de gemeenschap (dat is niet hetzelfde als de staat!) en uit de handen gehaald worden van de enkelingen - kapitaalspeculanten, oligarchen, maar ook fabriekseigenaren en grondbezitters.
Zolang dat niet gebeurt ligt er veel teveel nadruk op het bezit van geld. Dit betekent dat mensen zich persoonlijk vooral langs deze dimensie moeten ontwikkelen, wat ten koste gaat van een evenwichtige ontwikkeling van vaardigheden en talenten, die op hun beurt nodig zijn om de maatschappelijke problemen, lokaal en mondiaal, op te kunnen lossen.
Je moet eerst anders leren kijken voor je de huidige problemen kunt gaan oplossen.
Dat gebeurt nu veel te weinig. De oplossing van problemen wordt nu gezocht in méér van hetzelfde, wat dan meestal is: meer techniek en meer bureaucratie.
Beide zijn morsdood en onttrekken energie aan het samenleven van mensen. Vooral energie die te maken heeft met het scheppen van de toekomst.
Hoe vitaal (in deze zin) is de Europese Unie? En het Europees Parlement?
Ik lees net dat de opkomst voor de Europese verkiezingen in Nederland wordt geschat op 47 procent.
Dus de mogelijkheid om te "participeren" wordt nog niet voor de helft gebruikt...