Door EersteEnigeEchte M.J. - EEEMJ:(3) Je lijkt hieruit af te leiden dat ik geen "technisch begaafd of (cognitief) analytisch sterk mens" zou zijn
Dat klopt. Ik heb gezocht naar een gemeenschappelijke noemer om de denkwijze van bèta-mensen mee aan te duiden en ben uitgekomen bij: analytisch. (...)
Mensen die zich met mensen en hun samenleving bezighouden moeten meer een synthetiserende denkwijze hebben (dat gebeurt helaas veel te weinig - de norm is anders - maar jij hebt die benadering wèl).(..)
Door EersteEnigeEchte M.J. -EEEMJ:Ik denk dat je het begrip "analytisch" hier te smal opvat. Ook mensen die zich met de samenleving bezighouden, moeten daarbij aan analyse doen. Anderzijds denk ik dat goede bèta-mensen zich niet alleen met analyse bezig houden, maar wel degelijk ook met synthetiserend denken. Klassiek voorbeeld is Einstein. Zijn vernieuwende theorieën berustten op analyse èn synthese.
De synthese van Einstein is de synthese van wat ik eerder de "maker" heb genoemd: eerst alles uit elkaar halen en het dan op een nieuwe manier samenvoegen. Einstein voegde een nieuwe component aan het voorhanden bouwwerk toe.
Een "maker" is ook altijd mechanistisch bezig, dus met causaliteit (ik doe zus, dan gebeurt zo).
Het synthetiserende denken wat je nodig hebt voor menselijke, sociale (inter-menselijke) en maatschappelijke problemen is van een principieel andere orde dan de synthese in analytisch, mechanistisch (causaal) denken van bèta-mensen.
De hele zingevingscomponent van (menselijk) leven is volkomen immuun voor causaliteit(sdenken).
Om het héél plat en clichématig te zeggen: problemen van mensen moet je aan/invoelen, natuurverschijnselen moet je observeren en berekenen, daar komt geen gevoel bij kijken. Natuurverschijnselen aka de natuur heeft ook nooit problemen.
Wanneer je de analytische (en daaropvolgende synthetische) bèta-manier van denken gaat toepassen op mensen en hun samenleving dan krijg je de sh*t waar we nu middenin zitten: mensen worden door bestuurders en beleidsmakers als objecten, bijvoorbeeld als (digitale) datapakketjes, behandelt, die kunnen fungeren als te beheersen componenten in hun bestuurssysteem.
Dit gaat heel goed samen met formaliseringsprocessen, die ik fossilisering heb genoemd.
(..)
(...) Alle gevestigde, maatschappelijke (externe) autoriteiten zijn m.i. in onze tijd fossielen omdat de moderne mens in staat geacht moet worden om zijn eigen, innerlijke autoriteit te ontwikkelen. De autoriteit ligt dan eerder bij de sociale omgeving, die elke individuele mens omgeeft, waarvan elke mens deel uitmaakt en waarmee hij/zij tot een bepaalde samenwerking moet komen.
De mens heeft andere mensen nodig om tot een volwaardig mens te worden.
Door EersteEnigeEchte M.J. - EEEMJ: Je lijkt hier een onderscheid te impliceren tussen drie dingen:
1. "alle gevestigde, maatschappelijke (externe) autoriteiten" die volgens jou in onze tijd "fossielen" zijn;
2. "sociale omgeving; andere mensen";
3. de eigen, innerlijke autoriteit" die elk mens in zichzelf kan ontwikkelen.
Correct.
Door EersteEnigeEchte M.J. - EEEMJ: Drie kritiekpunten daarop:
a) het onderscheid tussen 1. en 2. lijkt me in sommige gevallen moeilijk te maken;
Dat lijkt mij wel mee te vallen. Het wordt moeilijker voor mensen die werkzaam zijn
binnen een gevestigde, maatschappelijke autoriteit, zoals bijvoorbeeld de staat en daaraan gelieerde publiek-private samenwerkingsverbanden, omdat een (groot) deel van de sociale omgeving van dergelijke mensen samenvalt met een gevestigde, maatschappelijke autoriteit. Dergelijke mensen krijgen steevast problemen met het balanceren van de loyaliteit die zij verschuldigd zijn aan hun werkgever/ opdrachtgever en de "loyaliteit" aan zichzelf, oftewel, deze mensen krijgen moeite om hun innerlijke autoriteit in stand te houden, wat vaak tot persoonlijke integriteitsproblemen leidt.
Door EersteEnigeEchte M.J. - EEEMJ: b) elk mens lijkt er binnen in zijn eigen bewustzijn ook "fossiele" gedachten en attitudes op na te houden;
Wat bedoel je daar (precies) mee?
Door EersteEnigeEchte M.J. - EEEMJ: c) niet elke structuur moet mijns inziens als (uitsluitend) "fossiel" worden opgevat.
Dat stel ik ook niet. Niet elke structuur, maar wel elke gevestigde, maatschappelijke, (externe) autoriteit.
Door EersteEnigeEchte M.J. - EEEMJ: Denk bijvoorbeeld aan bepaalde integriteitsnormen die schriftelijk zijn vastgelegd met de bedoeling ze daarmee structureel te verankeren. Het lijkt mij geen goede gang van zaken als een onderzoeksjournalist bij een bepaalde maatschapelijke organisatie kritische vragen stelt over de schending van een bepaalde integriteitsnorm, en dan van een officiële woordvoerder te horen krijgt: "Tja, die integriteitsnormen, die staan wel op papier, maar dat zijn eigenlijk niet meer dan een soort sporen die achtergelaten zijn door een Haags ministerie, dus door een extern fossiel. Daar trekken wij ons niet zoveel van aan, want wij leven in het hier en nu."
Dat zou ik juist een interessant antwoord vinden, vooral omdat daarin een bewustzijn doorklinkt van het fossielmatige karakter van (Haagse) vastgelegde integriteitsnormen.
Het hele proces van maatschappelijke normering, aangestuurd vanuit "Den Haag" is m.i. volledig gefossiliseerd, alle richtlijnen zijn het resultaat van fossilisatie en hebben de functie om een gefossiliseerde werkelijkheid over de levende werkelijkheid heen te stulpen. Deze in hoge mate geformaliseerde / verbureaucratiseerde werkelijkheid parasiteert op de levende werkelijkheid en put deze laatste steeds meer uit. De formalisering wordt in toenemende mate ingezet om het functioneren van de macht aan het zicht te onttrekken, deze laatste wordt a.h.w. gedrenkt in volledig inhoudsloze, uitgeholde begrippen.
Ik weet niet wat Donald Trump precies met de term "swamp" bedoelt, maar die term is uitstekend van toepassing op het opereren van de Nederlandse staat.
(..)
Ik denk overigens, dat het "reductief beeld van de betekenis van techniek", wat jij als een "soort ideaalbeeld" plakt op het ontstaan van de moderne natuurwetenschappen niet juist is.
Het reductionisme van dit "beeld van de betekenis van techniek" - wat je hiermee dan ook mag bedoelen zònder een "wezen" van techniek hierbij te vooronderstellen - is m.i. pas veel later ontstaan naarmate de (groot)kapitaalbezitters meer grip kregen op de ontwikkeling van techniek. Wat jij doet is 'hineininterpretieren' vanuit onze huidige tijd.
Door EersteEnigeEchte M.J. - EEEMJ: Omdat de betekenis van alle termen in de loop der tijd is verschoven, en nieuwe termen in gebruik zijn geraakt terwijl bestaande termen in onbruik raakten, is het heel moeilijk en zou het veel studie en eruditie vereisen om over dit veranderingsproces precieze uitspraken te doen. Wanneer gebeurde wat precies? Wat mij plausibel lijkt, is dat bijv. Newton in sommige opzichten niet zozeer een "reductief" beeld van techniek had, maar een (nogmaals, alleen in sommige opzichten) naïef beeld van techniek.
Mee eens, naïef is een heel goed woord. Tegelijkertijd benadruk jij in de formulering die je gebruikt in jouw reactie van 22-07-2024, 10:11 (punt 5) dat het reductieve beeld van techniek bestaat uit het vrij menen te kunnen beschikken over techniek. Evenals jij denk ik dat deze reductie bij de makers van de moderne natuurwetenschappen inderdaad wordt ge
ïmpliceerd, niét geëxpliciteerd want daarvoor is het bedrijven van de nieuwe wetenschap nog te onbewust, vindt ongereflecteerd plaats.
Dat is een andere reductie dan de reductie, die samenhangt met het mechanistische denken. Het mechanistische denken leidt tot techniek, geen techniek zonder mechanistisch denken.
Door EersteEnigeEchte M.J. - EEEMJ: Eenvoudigweg omdat hij zich bezighield met het zoeken naar bepaalde wetmatigheden en mogelijke toepassingen van die wetmatigheden, en nog niet toekwam aan onderzoek naar de mogelijke gevolgen die de maatschappelijke acceptatie van /geloof in die wetmatigheden vervolgens zou hebben op de maatschappij zelf.
Mee eens, hij had m.i. nog geen
bewustzijn van deze mechanistische reductie van de werkelijkheid.
Dat is allemaal pas veel later gekomen; een bewustzijn van iets vereist altijd een reflexie op iets, wat onderdeel van een proces van bewustwording is.
Dit bewustzijn is echter iets anders dan het idee van het wel of niet vrij kunnen toepassen van techniek, wat jij (terecht) ook een reductie hebt genoemd.
Door EersteEnigeEchte M.J. - EEEMJ: Een beeld van techniek dat niet volledig recht doet aan de werkelijkheid, kan naïef zijn zonder reductief te zijn. Het wordt pas reductief als degene die dat beeld erop na houdt, beter zou kunnen weten. Met "reductief" bedoelde ik inderdaad "reductief" gezien met de kennis die we in de huidige tijd (kunnen) hebben. Laat ik het dan zo zeggen: in het mechanistische beeld van de werkelijkheid dat ca. 400 jaar geleden sterk opkwam, zat al een soort simplisme ingebakken.
Welk simplisme bedoel je precies: de mechanistische reductie, die het hanteren (manipuleren) van wetmatigheden mogelijk maakt of het geloof in het vrije gebruik van techniek?
Door EersteEnigeEchte M.J. - EEEMJ: Dat simplisme was geen toeval. Het diende als een soort wapen om allerlei religieuze hersenspinsels (opium voor het volk) op eenvoudig demonstreerbare wijze te kunnen ontmaskeren als zijnde hersenspinsels.
Hier geloof ik helemaal niets van omdat het uitgaat van het bestaan van een bewuste intentie van degenen die de nieuwe natuurwetenschap vormgaven.
Copernicus (heliocentrisch model van het universum) had geen subversieve bedoelingen, hij was zich wèl terdege bewust van het feit dat zijn astronomische observaties tégen de opvattingen van de Kerk in gingen, maar dat is iets anders. Er is geen enkele sprake van een intentie om de macht van de Kerk af te breken; het doorzetten (verdedigen) van het bestaansrecht van zijn (Copernicus) eigen waarnemingen had als maatschappelijke consequentie dat de Kerk haar macht moest inleveren.
Door EersteEnigeEchte M.J. - EEEMJ: De kracht van dat simplisme werd later een valkuil, toen het door dienaren van het grootkapitaal werd gebruikt om een simplistisch, reductionistisch wereldbeeld op te dringen aan zowel burgers als politieke besluitvormers.
Inderdaad, hoewel ik nog twijfel bij het woord "later" en mezelf afvraag of deze valkuil er niet al vanaf het begin in heeft gezeten.
Het ontwerpen/ maken van alle techniek vooronderstelt immers altijd een mechanistische opvatting van de wereld c.q. van de natuur. Geen techniek zònder mechanistisch, causaal denken.
De mens is echter (overwegend) géén mechanistisch functionerende entiteit.
De valkuil zat dus
voor wat de mens betreft vanaf het begin van het ontstaan van de moderne natuurwetenschappen erin gebakken.
Die valkuil wordt m.i. "geactiveerd" op het moment dat de techniek contact maakt met het
menselijke van de mens, d.i. al hetgeen wat niet-mechanistisch is aan de mens.
Het is niet zo dat de dienaren van het grootkapitaal iets nieuws hebben uitgevonden, nee, ze brengen de mechanistische benadering gewoon steeds dichter bij de mens. Stap voor stap, het proces vertoont geen abrupte overgangen, maar verloopt heel 'smooth', bijna ongemerkt, een kunstwerk op zichzelf!
Er gebeurt dus iets in het
contact, de ontmoeting tussen de mensen en de techniek.
Computertechniek - om maar meteen de meest actuele te gebruiken - neemt steeds meer bezit van activiteiten van mensen (digitalisering, het online zijn) en "integreert" mensen steeds meer in haar techniek, neemt ze a.h.w. op in de vorm van datapakketjes.
De mens wordt aldus
aangepast aan de techniek (computers lusten geen mensenvlees, maar alleen bits en bytes).
In dit proces van transformatie van de mens tot
datapakketjes (die bewerkt worden), het vertalen/ ombouwen van mensen in data, beginnen voor mensen problemen te ontstaan, die zich kenmerken door een gevoel van vervreemding. De mens krijgt het gevoel dat hij teveel aan de machine aangepast wordt en zichzelf "kwijtraakt". De computer, of beter gezegd, degene die deze beheert, kan daar niets mee. De gebruikte techniek is nou eenmaal het transformeren van mensen tot data. Het gevoel van schade kan eventueel marginaal beperkt worden (het verbieden van bepaalde algoritmen / koppelingen bijvoorbeeld), maar overall gaat het proces van dataïsering gewoon keihard door en wordt zelfs nog intensiever door AI. Er lijkt geen houden aan...
De handelingsvrijheid van de mens lijkt op het spel te staan.
Een gedachte-experiment: stel dat we alle dienaren van het grootkapitaal eruit gooien, zijn wij dan in staat om de techniek om te bouwen tot iets wat het menselijke van de mens niét bedreigt, of anders gezegd, zijn wij dan in staat om de technocratische reductie te keren?
De technocratische reductie wil alle problemen m.b.v. techniek oplossen.
Dit vooronderstelt dat techniek vrij beschikbaar is om in te zetten; dit is de àndere reductie, de reductie die impliciet heerste bij de opkomst van de moderne natuurwetenschappen. Deze reductie kan naïef genoemd worden - daar zijn wij beide het over eens.
De (belangrijke) vraag die daarmee resteert luidt: is de ontwikkeling van de (vroege) techniek naar de (late) technocratie alleen op rekening van de "dienaren van het grootkapitaal" te schrijven of ook immanent aan de ontwikkeling van techniek?
Of anders geformuleerd: wanneer geldt dat het gebruik van techniek nooit helemaal vrij is, dus dat techniek "eigenlijk"
géén gereedschap is dat mensen naar eigen wens kunnen toepassen, dan betekent dit dat techniek per definitie een stuk onvrijheid introduceert.
Hebben wij als mens zicht op
die onvrijheid?
Dit lijkt mij een prangende vraag, zeker met het oog op het gebruiken van computertechniek en i.h.b. AI.
(..)
Het grootste reductionisme vinden we in ònze tijd waar de kapitaalelites hun positie verankerd hebben in de economie (en politiek). Het reductionisme valt nu helemaal samen met de belangen van het grootkapitaal.
Door EersteEnigeEchte M.J. - EEEMJ: Ik vind het moeilijk om in te schatten wanneer er sprake was/is van het "grootste" reductionisme.
Dit heeft uitsluitend betrekking op de technocratische fictie, de technocratische reductie, die in de geschiedenis is ontstaan sinds het ontstaan van de modern westerse natuurwetenschappen.
Door EersteEnigeEchte M.J. - EEEMJ: Reductionisme (d.w.z. het onderdrukken van betekenisvolle interpretaties van de werkelijkheid door mensen met macht) is iets dat samen met beschaving lijkt te zijn ontstaan.
Dat is een interessante toepassing van (het begrip) reductionisme omdat het direct een verband met machtsuitoefening legt, kortom, een politiek begrip is.
We zijn nu in onze technisch ver voortgeschreden beschaving aanbeland bij de Digital Services Act, de moderne variant van boekverbranding, ondersteund door een andere grootheid: Artificial Intelligence, die de voor de macht onwelgevallige passages op de bladzijden eruitscheurt en de inhoud van het boek herschrijft totdat het niemand meer opvalt dat er passages zijn verdwenen.
De nieuwe "beschaving", hoogstpersoonlijk verdedigd door Ursula von der Leyen, is kortom, tevens de beëindiging ervan.
Wat resteert is kale machtsuitoefening.
Die wordt dan weliswaar weer verpakt in fraai klinkende doeleinden waar menigeen nog intrapt, maar is tevens door de goede waarnemer niet over het hoofd te zien.
In de Middeleeuwen had je pestlijders en zondaars, tegenwoordig zijn er 'losers' in alle soorten en maten (o.a. digibeten, PW-uitkeringsgerechtigden); hoofdzaak is dat de innerlijke vijand bij iedereen krachtig wordt opgestookt.(..)
Door EersteEnigeEchte M.J. - EEEMJ: Wat bedoel jij met deze laatste zin ("hoofdzaak is dat...")?
Hetzelfde als wat jij ermee bedoelt. 'Loser' is een scheldwoord. Het benadrukken van het 'loser'-karakter bij mensen ondermijnt hun gevoel van eigenwaarde en daarmee het kunnen ontstaan resp. het versterken van hun innerlijke autoriteit. Het is een procedure die door machthebbers wordt toegepast om te voorkomen dat die innerlijke autoriteit ontstaat.
Recent voorbeeld: ik vermoed dat Hugo de Jonge graag had geroepen dat mensen die zich niet wilden laten vaccineren tegen Covid-19 "allemaal losers zijn".
Wat deden die mensen? Die gingen af op hun eigen gevoel dat de mRNA-vaccins niet te vertrouwen waren, dat was hun innerlijke autoriteit. Ze hadden het hele machtsapparaat (inclusief de media) tegen zich.
Machthebbers willen de innerlijke autoriteit van mensen
kolonialiseren.
Wat gebeurt er als niemand meer beschikt over een innerlijke autoriteit, die, zonodig, tegen alle machtsvertoon en -uitoefening ingaat?
De innerlijke autoriteit is de nachtmerrie voor de Ursula von der Leyen's.
Het liefst zouden ze deze genetisch eruit manipuleren bij mensen.
(..)