Elf procent van de Nederlanders is vorig jaar slachtoffer van cybercrime geweest, net zoveel als in 2016, zo staat in de Veiligheidsmonitor (pdf) van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De data die voor de Veiligheidsmonitor werd gebruikt is gebaseerd op online en papieren vragenlijsten die door bijna 150.000 mensen werden ingevuld.
Van de cybercrimedelicten kwam hacken vorig jaar het meest voor (5 procent). Dit wordt gevolgd door koop- of verkoopfraude (4 procent), pesten via het internet (3 procent) en identiteitsfraude (minder dan een half procent). Het aandeel Nederlanders dat slachtoffer van skimming werd daalde van 1,1 procent in 2012 naar 0,1 procent in 2017. Vorig jaar deed 8 procent van de slachtoffers van cybercrime aangifte bij de politie. Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren.
Het CBS omschrijft hacken als het met kwade bedoelingen inbreken of inloggen op iemands computer, e-mailaccount, website of profielsite (bijvoorbeeld Facebook, Twitter). Vorig jaar werd 4,9 procent van de Nederlanders slachtoffer van deze vorm van cybercrime, waarmee het de meestvoorkomende vorm is. Dit is hetzelfde als in 2016, maar minder dan in 2012 (6 procent). Het aantal delicten bedroeg 7,5 per 100 inwoners. Ook dit komt overeen met 2016 (7,4 per 100) en is minder dan in 2012 (8,8 per 100). In de meeste gevallen heeft de hack plaatsgevonden door in te breken op een website of profielsite (2,6 delicten per 100 inwoners).
Als er wordt gekeken naar de leeftijd van slachtoffers van cybercrime, dan zijn jongere leeftijdsgroepen vaker slachtoffer dan oudere. Het aandeel van slachtoffers tussen de 15 - 24 jaar is met 17 procent ruim drie keer zo groot als het aandeel 65-plussers (5 procent). Ook bij cyberpesten zijn jongere leeftijdsgroepen vaker slachtoffer dan oudere. Bij koop- en verkoopfraude en bij hacken zijn naast 15- tot 24-jarigen ook 25- tot 44-jarigen relatief vaak slachtoffer. Identiteitsfraude laat een ander beeld zien. Hier zijn jongeren minder vaak slachtoffer dan de oudere leeftijdsgroepen.
Dertien procent van alle gevallen van identiteitsfraude, koop- en verkoopfraude, hacken en cyberpesten samen is vorig jaar gemeld bij de politie. Dit is vergelijkbaar met de jaren daarvoor. Aangifte bij de politie werd in 2017 in ruim één op de twaalf gevallen (8 procent) gedaan. Ook dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren. Het aandeel dat via internet werd aangegeven is in 2017 ongeveer even groot als het aandeel dat via een proces-verbaal werd aangegeven. Dit was in 2016 ook het geval. In 2012 was het aandeel aangiften van cybercrime via internet kleiner dan het aandeel aangiften via een proces-verbaal.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.