Door karma4: Een minister die de uitgangspunten van onze democratie niet meer wet:
-> wettgevende machit (o.a. minister) bepaalt met de wet wat al dan niet mag.
Bij een zuivere trias politica is het parlement de wetgevende macht en de regering de uitvoerende. Nederland is daarin niet zuiver omdat de regering behalve uitvoerende macht ook aan wetgeving doet, samen met het parlement (voor principiële zaken: wetten) of alleen (voor praktische zaken: algemene maatregelen van bestuur). Dat laatste wordt dan weer gecompenseerd door de macht van het parlement om het vertrouwen in de regering op te zeggen.
-> handhavende macht brengt in overeenkomst met die wetten zaken aan
De trias politica kent geen handhavende macht maar een uitvoerende macht. Die doet het dagelijkse bestuur, en handhaving valt onder dat bestuur. Handhavers kunnen zaken bij een rechter aanbrengen, maar je vergist je ernstig als je denkt dat het alleen aan de "handhavende macht" is om dat te doen. Je vergist je ook ernstig als je denkt dat handhavers niet zelf mogen nadenken en
elk oordeel aan de rechter moeten overlaten. Dan kunnen ze niet functioneren, en zou de rechterlijke macht ook niet kunnen functioneren (daar kom ik zo op terug).
-> rechtsprekende macht beoordeeld aangebrachte zaken naar de wetten
Ja, maar alleen die zaken die aangebracht worden. Als een boete of andere sanctie niet wordt aangevochten komt er geen rechter aan te pas.
Wat jij handhavende macht noemt valt onder de uitvoerende macht. Die bestuurt en mag dus situaties beoordelen en besluiten nemen. Besturen is meer dan regeltjes toepassen. Handhaven ook. Regels zo gedetailleerd opstellen dat elke denkbare situatie erin beschreven en beoordeeld is is ondoenlijk. Politie kan iemand aan de kant zetten en bekeuren wegens roekeloos rijgedrag op grond van een deskundig oordeel van wat in die specifieke situatie nog wel en niet veilig was, ook als het specifieke scenario niet tot op de millimeter is uitgewerkt in de wegenverkeerswet.
De AP, en bijvoorbeeld ook de ACM, is een zelfstandig bestuursorgaan. Dat is onderdeel van de uitvoerende macht maar valt niet direct onder een ministerie. Een van de redenen om een zelfstandig bestuursorgaan op te richten is omdat er
behoefte is aan onafhankelijke oordeelsvorming op grond van specifieke deskundigheid (artikel 3 Kaderwet zelfstandige bestuursorganen). Merk op dat de
wetgevende macht uitdrukkelijk voor onafhankelijke oordeelsvorming bij deze handhaver gekozen heeft. Dit is een nadere scheiding der machten binnen de uitvoerende macht. Het is geen aantasting van de scheiding der machten maar juist een versterking ervan.
Als een toezichthouder
elke situatie ter beoordeling aan de rechter zou moeten voorleggen dan zou de rechter deel gaan uitmaken van de dagelijkse uitvoering van de handhaving. Daarmee zou de rechtsprekende macht effectief onderdeel worden van de uitvoerende macht. De scheiding der machten zou aangetast worden. Als je ontsporingen van de dagelijkse uitvoering van de handhaving wilt kunnen voorleggen aan een onafhankelijke rechter dan mag die rechter geen onderdeel van die dagelijkse praktijk zijn. En dus moet de handhaver zelf oordelen en dus nadenken, zelf invulling aan die handhaving geven. Hoe ver dat precies gaat hangt af van het aandachtsgebied. Soms zijn er heel simpele regeltjes, soms is het ingewikkeld en ontkom je niet aan veel denkwerk, beoordelingsvermogen, deskundigheid. De AP gaat over een stelsel van wetten (niet alleen de AVG) die complexe interacties met elkaar en andere wetten hebben, die uitzonderingen en aanvullingen op elkaar bevatten. Gecompliceerd genoeg om er een gespecialiseerd zelfstandig bestuursorgaan voor op te richten, vond de wetgever.
De scheiding der machten wordt gewaarborgd omdat iedereen die vindt dat (bijvoorbeeld) de AP een verkeerd oordeel geveld heeft de rechter mag inschakelen om dat oordeel te beoordelen en omdat de rechtspraak het laatste woord heeft. Maar de AP moet eerst een boete opleggen en iemand moet die aanvechten voor er een rechter aan te pas komt.
De uitgangspunten van de democratie zijn helemaal niet geschonden hier. De minister heeft groot gelijk dat het oordeel of een specifieke situatie wel of niet aan de AVG voldoet aan het zelfstandige bestuursorgaan is dat uitdrukkelijk door de wetgevende macht is aangesteld om dat soort oordelen te vellen. En daarmee zegt hij niet dat de rechter dat niet mag corrigeren, dat is (gelukkig) zo vanzelfsprekend in Nederland dat het niet altijd hardop erbij gezegd hoeft te worden om toch duidelijk te zijn.