Creditcardverstrekker ICS hoeft geen alternatief te bieden voor het online identificeren van klanten, zo heeft het financiële klachteninstituut Kifid geoordeeld. Een klant had geklaagd over de de methode die ICS toepast voor het heridentificeren van klanten. Hierbij moeten klanten via een smartphone en de ICS-omgeving een foto van hun identiteitsbewijs en zichzelf maken, die vervolgens naar de creditcardverstrekker worden gestuurd.
De klant kon zich niet vinden in het online heridentificatieproces van ICS en wees daarbij naar datalekken en de gevolgen van identiteitsfraude. Ook noemde de klant het opslaan van zijn identificatiegegevens door ICS risicovol. In plaats van een online methode stelde de klant dat heridentificatie kan plaatsvinden via een per aangetekende post verzonden gewaarmerkte kopie van een legitimatiebewijs.
Volgens ICS kan het op deze manier geen identificatie aan de hand van een origineel identiteitsbewijs uitvoeren. Bij het voorstel van de klant is het identiteitsbewijs namelijk bewerkt en kan ICS naar eigen zeggen niet aantonen dat het originele identiteitsbewijs is gezien en beoordeeld. Daar komt bij dat ICS op de door de klant voorgestelde manier niet kan vaststellen dat de kopie daadwerkelijk van hem afkomstig is.
Het Kifid is het hiermee eens en oordeelt de klacht van de klant ongegrond. Ook stelt het klachteninstituut dat het ICS vrijstaat om voor het heridentificatieproces van haar klanten een online methode te kiezen. Daarnaast zegt het Kifid dat niet is gebleken dat ICS bij haar werkwijze onvoldoende veiligheidswaarborgen verstrekt. De klant in kwestie besloot vanwege het heridentificatieproces zijn creditcardovereenkomst met ICS te beëindigen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.