Minister Yesilgöz van Justitie en Veiligheid heeft documenten die gaan over het aftappen van versleutelde chatdiensten openbaar gemaakt. Bij het ministerie was er via een Wob-verzoek om de documenten gevraagd. In maart meldde Security.NL dat de overheid een onderzoek uitvoert naar de voor- en nadelen van het aftappen van OTT-communicatiediensten, zoals WhatsApp en Signal. Berichten die via deze diensten worden uitgewisseld zijn end-to-end versleuteld, waardoor alleen de afzender en ontvanger de inhoud kunnen lezen.
Volgens Yesilgöz is het verkrijgen van rechtmatige toegang tot versleuteld bewijs een bijzonder complex vraagstuk met veel betrokken vakgebieden en belangen. De minister merkt op dat het kabinet de privacy van burgers wil verbeteren en veilige digitale communicatie wil versterken. Daarnaast wil het criminaliteit aanpakken. "Rechtmatige toegang tot versleutelde communicatie kan ook de veiligheid van de maatschappij en burgers verbeteren doordat illegale inhoud kan worden erkend, onderschept, verwijderd en slachtofferschap wordt voorkomen of geminimaliseerd. Deze eventuele interceptiebevoegdheid kan worden gebruikt voor de bestrijding van vele soorten criminaliteit."
In totaal heeft de minister besloten om zeven stukken openbaar te maken. Het gaat onder andere om communicatie tussen werkgroepen van het ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Justitie en Veiligheid. De werkgroepen binnen de ministeries overlegden over het plan om chatdiensten te kunnen afstappen. In één van de stukken pleit Justitie voor het kunnen aftappen van versleutelde chatdiensten, waarbij aanbieders hier zelf met een oplossing voor moeten komen.
"Er worden geen beperkingen op het toepassen van encryptie opgelegd enkel de functionele eis gesteld dat communicatie aftapbaar moet worden gemaakt. Hoe aanbieders dat realiseren is aan hen zelf. Daarbij zijn zij gehouden aan de wettelijke vereisten voor bescherming van privacy, kwaliteit etc. NB: dezelfde decryptie (en encryptie) vereisten stellen we nu ook van onze telecomaanbieders en plaatst OTT's daarmee op eenzelfde eisen en beschermingsniveau. Er worden maw geen beperkingen opgelegd voor de toepassing van encryptie, alleen wordt geëist dat die ontsleuteld kan worden bij rechtmatige interceptie."
Het ministerie van Economische Zaken zegt de doelstelling te steunen dat opsporingsdiensten toegang moeten krijgen tot de inhoud van versleutelde chatberichten, maar de beveiliging van de communicatie daardoor niet verzwakt mag worden. "De ontsleutelingsverplichting opleggen aan OTT-diensten betekent echter wel dat end-to-end encryptie moet ophouden te bestaan. Encryptie zal dan dus verzwakken en dat is in tegenspraak met het Kabinetsstandpunt encryptie." Het kabinet had in 2016 het standpunt ingenomen dat encryptie op dat moment niet mocht worden verzwakt.
In de notulen van een werkgroepoverleg wordt vanuit Justitie gesteld dat het ministerie van Economische Zaken heeft aangegeven dat de aftapverplichting voor chatdiensten, zoals de Ministeriële Commissie Economie en Veiligheid (MCEV) heeft besloten, op een fundamenteel vraagstuk stuit, namelijk op het encryptiestandpunt van het kabinet, waardoor volgens Economische Zaken de aftapverplichting voor elektronische communicatiediensten niet meer in de wet kan worden opgenomen. Justitie en Veiligheid is het hier niet mee eens. "Dit moet op bewindslieden niveau besproken worden", zo staat in de notulen.
Yesilgöz stelt dat het onderzoek naar het aftappen van chatdiensten nog gaande is. "Tijdens deze inventarisatie wordt de mogelijkheid opengehouden dat een proportionele oplossing zich aandient", zo laat ze in een brief aan de Tweede Kamer weten.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.