De invoering van elektronisch stemmen in Nederland met een stemprinter en elektronische stemmenteller kan tussen de 260 en 365 miljoen euro gaan kosten. Daarnaast zijn er twijfels of fabrikanten wel aan de gestelde eisen kunnen voldoen. De beslissing of er in Nederland elektronisch moet worden gestemd zal dan ook aan het volgende Kabinet worden overgelaten, zo heeft minster Plasterk van Binnenlandse Zaken in een brief aan de Tweede Kamer laten weten.
Eind december 2013 kwam de commissie Van Beek met het advies om een stemprinter en stemmenteller in te voeren, om zo elektronisch te kunnen stemmen. De commissie kwam vervolgens met specificaties, zodat de kosten preciezer geraamd zouden kunnen worden en een marktverkenning zou kunnen worden uitgevoerd waarin breed aan marktpartijen wordt gevraagd aan te geven of en zo ja, hoe invulling kan worden gegeven aan de specificaties.
De marktverkenning is nu door Atos uitgevoerd en leverde een beperkte respons op, aldus Plasterk. Vier marktpartijen hebben hun beantwoording conform het opgestelde beantwoordingsdocument ingediend. Eén van deze vier marktpartijen heeft daarnaast een alternatief voorgesteld. Twee marktpartijen hebben alleen een alternatief voor de stemprinter en de stemmenteller gesuggereerd en geen gebruik gemaakt van het beantwoordingsdocument, noch gerefereerd aan de specificaties voor de stemprinter en stemmenteller.
De marktpartijen die reageerden zeggen dat het (grotendeels) haalbaar is om een stemprinter en stemmenteller te ontwikkelen die aan de gestelde eisen voldoet, maar daar heeft Atos twijfels over. Zo is Atos van mening dat het niet zeker is dat de specificaties die betrekking hebben op de openbaarheid van de broncode door de marktpartijen daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden. Het kunnen beschikken over de broncode van de onderdelen van de stemprinter en stemmenteller is onder meer noodzakelijk voor de zogenoemde Common Criteria certificering (niveau EAL 4+), die zowel door de commissie Van Beek als de Deskundigengroep is geadviseerd.
Daarnaast blijkt dat de kosten veel hoger kunnen uitvallen dan in eerste instantie werd geraamd. De commissie Van Beek raamde de investeringskosten in het advies van december 2013 tussen de 150 en 250 miljoen euro. Uit de marktuitvraag komt echter naar voren dat de invoering van elektronisch stemmen tussen de 260 en 365 miljoen euro kan gaan kosten. De kosten van de overheid voor de aanbesteding, de begeleiding en aansturing van de ontwikkeling van de stemprinter en stemmenteller, de acceptatietesten, de opbouw van deskundigheid, de controlere dat gemeenten hetgeen is voorgeschreven ook daadwerkelijk uitvoeren, evaluaties etc. zouden hier nog bovenop komen als besloten wordt de stemprinter en stemmenteller in te voeren.
Ook zijn de marktpartijen gevraagd wat de kosten zouden kunnen zijn voor regulier onderhoud en voor ondersteuning per verkiezing van het gebruik van de stemprinters en stemmentellers. Dit zou op 2 miljoen euro per verkiezingen kunnen neerkomen. Dit betreft alleen de kosten van de leverancier van de stemprinters en stemmentellers voor het reguliere onderhoud, voor de ondersteuning op de dag van de verkiezing zelf en voor preventief onderhoud direct na de verkiezing.
Plasterk stelt dat het invoeren van elektronisch stemmen en/of tellen belangrijke gevolgen voor de verkiezingen in Nederland zal hebben. Daarnaast wijst hij naar de risico's als gevolg van cyberdreigingen voor het verkiezingsproces, die volgens de minister de afgelopen periode alleen maar zijn toegenomen. "Gelet hierop is het niet opportuun dat een demissionair kabinet hierover finale besluiten neemt. De besluitvorming over de haalbaarheid van de invoering van de stemprinter en de stemmenteller zal daarom door het volgende kabinet worden genomen", aldus Plasterk (docx).
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.